Bijlage B Probleemoplossing; Tabel B-1 Procedures Voor Het Oplossen Van Problemen Met Batterijen - ZOLL AutoPulse 100 Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor AutoPulse 100:
- Gebruikershandleiding (94 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (54 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (92 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding voor het
Bijlage B
In deze bijlage vindt u symptomen, mogelijke oorzaken en aanbevolen acties in geval van problemen
met uw AutoPulse-voedingssysteem. Tabel B-1 geeft procedures voor het oplossen van problemen met
batterijen. Tabel B-2 geeft procedures voor het oplossen van problemen met de batterijlader.
Tabel B-1
Procedures voor het oplossen van problemen met batterijen
Symptoom
De ledjes voor de
statuscontrole van de
batterij branden niet.
Het is niet mogelijk de
batterij helemaal in de
batterijlader in te brengen.
Het is niet mogelijk de
batterij helemaal in het
AutoPulse-platform
in te brengen.
Probleemoplossing
Mogelijke oorzaak
De status van de batterij
is onbekend.
•
Het kunststof bescherm-
kapje is op de batterij
achtergebleven.
•
De batterij is mogelijk
beschadigd.
•
Het oplaadvak van
de batterijlader is
mogelijk geblokkeerd.
•
Het kunststof bescherm-
kapje is op de batterij
achtergebleven.
•
De batterij is mogelijk
beschadigd.
•
Het batterijvak van het
AutoPulse-platform is
mogelijk geblokkeerd.
-voedingssysteem
Aanbevolen actie
Plaats de batterij in een van de oplaadvakken van
de batterijlader.
1.
Als het gele oplaadledje brandt, probeert
de batterijlader de batterij op te laden.
Zie paragraaf 3.2, 'De batterijlader gebruiken',
voor nadere informatie.
2.
Als het rode storingsledje van de batterijlader
brandt, is de batterij defect. Vervang de
batterij. Zie paragraaf 5.2.4, 'Het einde van de
levensduur van de AutoPulse-Li-ionbatterij',
of paragraaf 5.2.5, 'Afvoer van AutoPulse-
batterijen', voor nadere informatie.
•
Verwijder het beschermkapje.
•
Inspecteer de geleiderails rond de connector
op beschadiging. Als de geleiderails beschadigd
zijn, moet de batterij worden vervangen.
•
Inspecteer de batterijconnector op beschadiging.
Als de connector beschadigd is, moet de batterij
worden vervangen.
•
Koppel de wisselstroombron los van de
batterijlader. Controleer het oplaadvak om ervoor
te zorgen dat zich geen vuil in het vak heeft
opgehoopt.
•
Verwijder het beschermkapje.
•
Inspecteer de geleiderails rond de connector
op beschadiging. Als de geleiderails beschadigd
zijn, moet de batterij worden vervangen.
•
Inspecteer de batterijconnector op beschadiging.
Als de connector beschadigd is, moet de batterij
worden vervangen.
•
Controleer het batterijvak van het AutoPulse-
platform om ervoor te zorgen dat zich geen vuil
in het vak heeft opgehoopt.
Pagina B-1
Advertenties
Inhoudsopgave
