Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tabel B-2 Procedures Voor Het Oplossen Van Problemen Met De Batterijlader - ZOLL AutoPulse 100 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor AutoPulse 100:
Inhoudsopgave

Advertenties

Tabel B-2
Procedures voor het oplossen van problemen met de batterijlader
(pagina 1 van 2)
Symptoom
Het middelste groene
voedingsledje van de
batterijlader brandt niet.
Het middelste groene
voedingsledje van de
batterijlader brandt niet.
Het opladen van een
Li-ionbatterij duurt veel
langer dan 4¼ uur.
Het rode storingsledje van
de batterijlader brandt.
Pagina B-2
Gebruikershandleiding voor het
Mogelijke oorzaak
Het wisselstroomnetsnoer
van de batterijlader is niet
op het contact aangesloten.
Zekering doorgebrand.
De omgevingstemperatuur
in de buurt van de
batterijlader is te hoog.
De batterij
is niet goed
opgeladen of
heeft de prestatietest
niet doorstaan of
heeft de testcyclus
niet doorstaan of
heeft het einde van
de levensduur bereikt.
Aanbevolen actie
Zie hoofdstuk 3, 'De batterijlader', voor nadere
informatie.
Zie paragraaf 6.2, 'Een zekering in een batterijlader
vervangen', voor nadere informatie.
Zorg dat de batterijlader zich bevindt in een
omgeving waar de temperatuur niet hoger wordt
dan 35 °C (95 °F).
Controleer of de ventilatieopeningen van
de batterijlader niet geblokkeerd zijn.
Controleer of de ventilatie van de batterijlader
afdoende is.
Verwijder de batterij uit de batterijlader. Voer een
controle van de batterijstatus uit:
1.
Als het ledje voor de batterijstatus rood
knippert, is de batterij defect. Vervang de
batterij. Zie paragraaf 5.2.4, 'Het einde van de
levensduur van de AutoPulse-Li-ionbatterij',
of paragraaf 5.2.5, 'Afvoer van AutoPulse-
batterijen', voor nadere informatie.
2.
Als er geen statusledjes branden wanneer u op
de knop voor controle van de batterijstatus
drukt, is de batterij defect. Vervang de
batterij. Zie paragraaf 5.2.4, 'Het einde van de
levensduur van de AutoPulse-Li-ionbatterij',
of paragraaf 5.2.5, 'Afvoer van AutoPulse-
batterijen', voor nadere informatie.
3.
Als de interne temperatuur in een Li-ionbatterij
lager is dan een nominale temperatuur van 5 °C
(41 °F), wordt de batterij niet opgeladen.
Verwijder de batterij uit de batterijlader, laat de
batterij opwarmen tot kamertemperatuur (dit kan
tot 3 uur duren) en plaats de batterij terug in de
batterijlader.
4.
Als de statusledjes van de Li-ionbatterij groen of
geel zijn, verwijder dan de batterij en breng hem
opnieuw in. Als het STORINGSLEDJE van de
batterijlader blijft branden, moet contact worden
opgenomen met ZOLL.
-voedingssysteem

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave