AUDIONIVEAU
De geluidsopname kan plaatsvinden met de ingebouwde microfoons of
(met behulp van de meegeleverde LEMO®-audioadapter) ook met
externe microfoons. De ingebouwde microfoons nemen in stereo op.
Aanwijzing
De automatische afstandsinstelling (autofocus) produceert geluiden die
eveneens worden opgenomen.
De uitsturing kan vóór of tijdens de opname hetzij automatisch hetzij
handmatig plaatsvinden.
▸
kiezen
IMAGE
IMAGE
▸
In het hoofdmenu,
kiezen
Video Settings
Video Settings
▸
In het submenu,
kiezen
Audio Level
Audio Level
▸
Gewenste functie instellen
VOLUME HANDMATIG INSTELLEN
▸
Diafragma-/functieknop ingedrukt houden
▸
Joystick naar links (= niveau verlagen) of rechts (= niveau verhogen)
drukken
Aanwijzing
Stel het volumeniveau zodanig in dat oversturingen worden vermeden en
de balken rechtsboven niet of slechts zelden van wit in rood veranderen.
1
Microfoon (
= Automatische uitsturing,
= Handmatige uitsturing,
= Geen geluidsopname)
2
Instelmarkering
3
Niveau van het linker kanaal
4
Niveau van het rechter kanaal
Aanwijzing
De niveauregeling vindt voor beide kanalen gezamenlijk plaats.
GELUIDSOPNAME UITSCHAKELEN
Instelmarkering geheel naar links plaatsen tot het microfoonsymbool van
in
verandert.
WINDGERUISDEMPING
Ter vermindering van mogelijke windruis, veroorzaakt tijdens geluidsopna-
me, is er onder ´windfilter´ een dempingsoptie beschikbaar.
▸
kiezen
IMAGE
IMAGE
▸
In het hoofdmenu,
kiezen
Video Settings
Video Settings
▸
In het submenu,
kiezen
Audio Wind Elimination
Audio Wind Elimination
▸
De functie in- (
) of uitschakelen (
).
On
On
Off
Off
Aanwijzing
Altijd wanneer er geen gevaar op windgeruis aanwezig is, moet u
kiezen voor een optimale geluidskwaliteit.
DE GELUIDSREGISTRATIE REGELEN
U kunt uw uitsturing reeds tijdens de opname controleren met behulp van
een koptelefoon.
▸
Koptelefoon met behulp van de audio-adapter-S (meegeleverd) via de
LEMO®-audio-bus op de camera aansluiten.
• Op het monitorbeeld verschijnt de bijbehorende melding
2
1
1
Symbool voor aangesloten koptelefoon
2
volumebalken
KOPTELEFOON-VOLUME INSTELLEN
▸
Diafragma-/functieknop ingedrukt houden
▸
Joystick naar onderen (= volume verminderen) of naar boven (= volume
verhogen) drukken.
FOTOGRAFEREN TIJDENS EEN VIDEO-OPNAME
Tijdens een lopende video-opname zijn ook afzonderlijke opnames
mogelijk.
▸
Ontspanner
1
indrukken
• De video-opname onderbreekt voor de duur de afzonderlijke
opname.
• De afzonderlijke opnames vinden plaats met de betreffende instellin-
gen van de camera.
Off
Off
NL
51