OPNAME-BASISINSTELLINGEN
NL
FOTO
BESTANDSFORMAAT
Het JPEG-formaat JPG en het standaard 'onbewerkte gegevens'-formaat
DNG (digital negative) staan ter beschikking. Beide kunnen zowel
afzonderlijk als samen worden gebruikt.
▸
kiezen
IMAGE
IMAGE
▸
In het hoofdmenu,
kiezen
Photo File Format
Photo File Format
▸
Gewenst formaat kiezen
(
,
,
)
DNG
DNG
DNG + JPG
DNG + JPG
JPG
JPG
Aanwijzingen
• Voor de ongecomprimeerde opslag van onbewerkte opnamegegevens
wordt het gestandaardiseerde formaat DNG (digital negative) gebruikt.
• Bij gelijktijdige opslag van de beeldgegevens als DNG en JPG wordt
voor het JPG-formaat de bestaande instelling van de resolutie gebruikt;
dat wil zeggen: de beide bestanden kunnen vaak verschillende
resoluties hebben.
• Het op de monitor getoonde, resterende aantal opnamen verandert niet
noodzakelijkerwijs na elke opname. Dit hangt van het object af; zeer
fijne structuren resulteren in een grotere hoeveelheid gegevens,
homogene vlakken in een kleinere hoeveelheid.
32
JPG-KLEURRUIMTE
De Leica S3 kan op één van de volgende drie kleurruimtes worden
ingesteld:
,
of
.
sRGB
sRGB
AdobeRGB
AdobeRGB
ECI RGB 2.0
ECI RGB 2.0
▸
kiezen
IMAGE
IMAGE
▸
In het hoofdmenu,
kiezen
Photo Settings
Photo Settings
▸
In het submenu,
kiezen
Color Space
Color Space
▸
Gewenste kleurruimte kiezen
JPG-RESOLUTIE
Als u het JPG-formaat hebt geselecteerd, kunt u nog uit drie verschillende
opnameresoluties (aantal pixels) kiezen. Beschikbaar: 64 MP, 24 MP en 4
MP (MP = megapixels). U kunt deze aanpassen aan het gebruiksdoel van
de opnamen, resp. de capaciteit van de geplaatste geheugenkaart.
▸
kiezen
IMAGE
IMAGE
▸
In het hoofdmenu,
kiezen
JPG Resolution
JPG Resolution
▸
Gewenste resolutie kiezen
(
,
,
)
64MP
64MP
16MP
16MP
4MP
4MP
Aanwijzing
Het DNG-formaat werkt, onafhankelijk van de JPG-instelling, altijd met de
hoogste resolutie (64 MP).
BEELDEIGENSCHAPPEN
Een van de vele voordelen van digitale fotografie is de zeer eenvoudige
wijziging van elementaire beeldeigenschappen.
Daartoe kunt u reeds vóór de opnamen contrast, scherpte en kleurverza-
diging beïnvloeden.
Aanwijzing
De in deze paragraaf beschreven functies en instellingen hebben alleen
betrekking op opnamen met het
-formaat.
JPG
JPG
CONTRAST
Het contrast, d.w.z. het verschil tussen lichte en donkere partijen, bepaalt
of een beeld meer 'mat' of meer 'glanzend' overkomt. Daarom kan het
contrast door het vergroten of verkleinen van dit verschil worden
beïnvloed, dat wil zeggen: door de lichtere of donkerder weergave van
lichte en donkere partijen.
SCHERPTE
De scherpe indruk van een beeld wordt sterk bepaald door de scherpte
aan de zijkanten, d.w.z. hoe klein het overgangsgebied van licht naar
donker aan de randen van het beeld is. Door het vergroten of verkleinen
van dit gebied kan dus ook de indruk van scherpte worden gewijzigd.