ONDERHOUD / BEWAREN
NL
CAMERABEHUIZING
• Houd de uitrusting zorgvuldig schoon, omdat elke vervuiling tevens een
voedingsbodem voor micro-organismen vormt.
• Reinig de camera uitsluitend met een zachte, droge doek. Hardnekkig
vuil moet eerst met een sterk verdund afwasmiddel worden bevochtigd,
en vervolgens met een droge doek worden weggeveegd.
• Als er spetters zout water op uw camera zijn gekomen, bevochtigt u
een zachte doek eerst met leidingwater, wringt deze stevig uit en wist
hiermee de camera af. Daarna met een droge doek goed nawrijven.
• Om vlekken en vingerafdrukken op de lens te verwijderen, moet u de
camera met een schone, pluisvrije doek afvegen. Grovere verontreini-
ging in moeilijk toegankelijke hoeken van de camerabody kunnen met
een kleine kwast worden verwijderd. De sluiterlamellen mogen in geen
geval worden aangeraakt.
• Bewaar de camera bij voorkeur in een gesloten en gestoffeerd foedraal,
zodat er niets tegenaan kan schuren en stof op afstand wordt
gehouden.
• Bewaar de camera op een droge, voldoende geventileerde plaats, die
bescherming biedt tegen hoge temperatuur en vochtigheid. Als de
camera in een vochtige omgeving wordt gebruikt, moet deze vóór de
opslag weer vrij zijn van alle vocht.
• Bewaar de camera ter vermijding van schimmelvorming niet voor lange
tijd in de leren tas.
• Fototassen die bij gebruik nat zijn geworden, moeten worden
leeggemaakt om beschadiging van uw uitrusting door vocht en
eventueel vrijkomende restanten leerlooimiddel uit te sluiten.
• Alle mechanisch bewegende lagers en glijvlakken van uw camera zijn
gesmeerd. Als de camera langere tijd niet wordt gebruikt, moet u haar
ongeveer elke drie maanden meerdere keren ontspannen om verharsen
van de smeerpunten te vermijden. Het is ook aan te bevelen dat u
herhaaldelijk alle andere bedieningselementen verstelt en gebruikt.
• Bij gebruik in een vochtig en warm tropisch klimaat moet de came-
ra-uitrusting zo veel mogelijk aan zon en lucht worden blootgesteld ter
bescherming tegen schimmelvorming. Het bewaren in afgesloten
koffers of tassen is slechts aan te bevelen als bovendien een droogmid-
del, bijv. silicagel, wordt gebruikt.
62
OBJECTIEF
• Op de buitenlenzen van het objectief volstaat het normaal gesproken
het stof met een zacht haarpenseel te verwijderen. Bij sterkere
vervuiling kunnen ze met een schone, gegarandeerd smetvrije, zachte
doek in cirkelvormige bewegingen van binnen naar buiten voorzichtig
worden gereinigd. Aanbevolen worden voor dit doel microvezeldoekjes.
Deze zijn verkrijgbaar in de foto- en optiekzaak en worden in een
beschermende verpakking bewaard. Ze zijn bij temperaturen tot 40 °C
wasbaar; gebruik echter geen wasverzachter en strijk ze niet.
Reinigingsdoekjes voor brillen die met chemische middelen zijn
geïmpregneerd, mogen niet worden gebruikt omdat ze de objectiefgla-
zen kunnen beschadigen.
• Optimale bescherming van frontlenzen bij ongunstige opnameomstan-
digheden (bijvoorbeeld zand, spetters zout water) verkrijgt u met
kleurloze UVA-filters. Er moet echter rekening mee worden gehouden
dat ze, zoals bij elk filter, bij bepaalde tegenlichtsituaties en grote
contrasten, ongewenste reflexen kunnen veroorzaken.
• De meegeleverde objectiefdop beschermt het objectief eveneens tegen
ongewenste vingerafdrukken en regen.
• Alle mechanisch bewegende lagers en glijvlakken van uw objectief zijn
gesmeerd. Als het objectief langere tijd niet wordt gebruikt, moet u de
afstandsinstelring en de diafragma-instelring van tijd tot tijd bewegen
om verharsen van de smeerpunten te vermijden.
ZOEKER/MONITOR
• Als er zich condens op of in de camera heeft gevormd, moet u hem
uitschakelen en ongeveer 1 uur bij kamertemperatuur laten liggen. Als
kamer- en cameratemperatuur gelijk zijn, verdwijnt de condens vanzelf.
BATTERIJ
• Als de camera langere tijd niet wordt gebruikt, wordt aanbevolen de
batterij te verwijderen, omdat na uiterlijk 2 maanden de opgeslagen tijd
en datum verloren gaan.
• Lithium-ionen batterijen moeten in gedeeltelijk opgeladen toestand
worden bewaard; dat wil zeggen: niet volledig ontladen, maar ook niet
volledig opgeladen. De batterijconditie ziet u op de betreffende
weergave op de monitor. Bij zeer langdurige opslag moet de batterij
ongeveer tweemaal per jaar gedurende circa 15 minuten worden
opgeladen om diepe ontlading te vermijden.
GEHEUGENKAARTEN
• Geheugenkaarten moeten als bescherming in principe uitsluitend in het
meegeleverde antistatische foedraal worden bewaard.
• Bewaar geheugenkaarten niet op een plaats waar ze aan hoge
temperaturen, direct zonlicht, magneetvelden of statische ontlading
worden blootgesteld. Verwijder altijd de geheugenkaart als u de
camera langere tijd niet gebruikt.
• Het is raadzaam de geheugenkaart af en toe te formatteren, omdat
voor de fragmentering bij het wissen enige geheugencapaciteit nodig
kan zijn.