TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Camera-aanduiding
Camera-aanduiding
Leica S3
Cameratype
Cameratype
Digitale middenformaat spiegelreflexcamera
Typenummer
Typenummer
6847
Objectiefaansluiting
Objectiefaansluiting
Leica S-bajonet met contactstrip voor communicatie tussen objectief en
camera
Objectiefsysteem
Objectiefsysteem
Leica S-objectieven, middenformaatobjectieven van meerdere andere
producenten door middel van adapter bruikbaar
Opnameformaat/hoogte-breedteverhouding
Opnameformaat/hoogte-breedteverhouding
30 x 45 mm / 3:2
Beeldsensor/resolutie
Beeldsensor/resolutie
Leica CMOS-sensor met 4,6 µm pixelgrootte, met microlenzen, 64 MP
Laagdoorlaatfilter
Laagdoorlaatfilter
Geen (voor maximale scherpte), onderdrukking van Moirépatronen door
externe digitale beeldverwerking op de sensor
Bestandsformaten
Bestandsformaten
Foto: DNG (onbewerkte gegevens), DNG + JPG, JPG
Resolutie DNG: 64 MP, JPG: 64 MP, 24 MP, 4 MP
Bestandsgrootte
Bestandsgrootte
DNG: circa 70 MB, JPG: circa 2-30 MB (afhankelijk van gebruikte
resolutie, beeldinhoud en ISO-waarde), video: ononderbroken video-opna-
men met een maximale lengte van 29 minuten zijn mogelijk.
Buffergeheugen
Buffergeheugen
2 GB, maximale aantal opnamen in serie (afhankelijk van gebruikte
geheugenkaart): DNG: maximaal 6, JPG: onbegrensd
Kleurruimte
Kleurruimte
Adobe® RGB, sRGB, ECI RGB 2.0
Witbalans
Witbalans
Automatisch, handmatig door meting, acht voorinstellingen, instelling
kleurtemperatuur
Opslagmedium
Opslagmedium
CF-kaarten (maximaal UDMA 7), SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaarten
< 512 GB UHS-I (aanbevolen), UHS-II, 4K video-opnamen kunnen
uitsluitend op SD-kaarten (UHS-I) worden opgeslagen.
Menutalen
Menutalen
Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Russisch, Japans, traditioneel
Chinees, vereenvoudigd Chinees, Koreaans, Portugees
68
Belichtingsregeling
Belichtingsmeting
Belichtingsmeting
Opendiafragmemeting door het objectief (TTL)
Meetmethoden
Meetmethoden
Spot (3,5%), centrum-georiënteerd, multi-veld-meting (vijf velden)
Opslaan van de meetwaarde
Opslaan van de meetwaarde
Door de ontspanner licht in te drukken, opslag voor één opname of
permanent met joystick
Belichtingscorrectie
Belichtingscorrectie
± 3 EV (belichtingswaarden), in halve niveaus instelbaar
Automatische belichtingsreeksen
Automatische belichtingsreeksen
Naar wens drie of vijf opnamen, naar wens 1⁄2 EV, 1 EV, 2 EV, 3 EV
afwijking tussen de afzonderlijke opnamen, afhankelijk van ingestelde
modus verandering van de belichtingen door diafragma en / of sluitertijd
Meetgebied
Meetgebied
(bij diafragma 2,5 en ISO 100), spotmeting: EV 2,7 - 20, centrum-georiën-
teerde meting en multi-veld-meting: EV 1,2 - 20, waarschuwing in de
zoeker bij onder-/ overschrijding van het meetbereik meetcel voor
aanwezig licht multi-veld-fotodiode (permanent-lichtmetingen)
Gevoeligheden
Gevoeligheden
ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600, ISO 3200, ISO 6400,
ISO 12500, ISO 25000, ISO 50000 en automatic
Belichtingsmodi
Belichtingsmodi
Programma-automaat met programma-shift-functie
( ), tijdautomaat ( ), diafragma-automaat ( ), handmatige instelling ( )
Flits-belichtingsregeling
Aansluitingen flitsapparaten
Aansluitingen flitsapparaten
Accessoireschoen met midden- en regelcontacten, LEMO®- of
norm-flitsaansluitbus zonder regeling van de lichtafgifte
Synchronisatie
Synchronisatie
Flitssynchronisatietijd:
1⁄125 s, respectievelijk 1⁄1000 s bij objectieven
met centrale sluiter, langere sluitertijden bruikbaar, naar wens aan het
begin of het einde van de belichting; flitsen ook met kortere sluitertijden
(1⁄180 s – 1⁄4000 s) mogelijk met navenant uitgeruste flitsapparaten
(HSS-modus)
Flitsmeetcel
Flitsmeetcel
Multi-veld-fotodiode
Flits-belichtingsmeting/-regeling
Flits-belichtingsmeting/-regeling
(met systeemcompatibele Leica flitsapparaten, op de camera geplaatst)
Regeling door flitsapparaat met TTL-voorflits-meting, met automatische
overdracht en rekening houdend met gevoeligheid en ingesteld /
geregeld objectiefdiafragma, alle belichtingsmodi bruikbaar, automatische
afstemming van het flitslichtaandeel op het aanwezige licht
Lineaire flitsmodus
Lineaire flitsmodus
(met systeemcompatibele, navenant uitgeruste Leica flitsapparaten,
lineaire flitsmodus met TTL-voorflits-meting en automatische TTL-HSS-re-
geling)
Voor flitsfotografie met kortere sluitertijden dan de synchronisatietijd
door afgifte van meerdere flitsen uiterst kort op elkaar; automatische
omschakeling naar HSS-flitsmodus als waarde onder synchronisatietijd
ligt
Stroboscoop-flitsmodus
Stroboscoop-flitsmodus
(meerdere flitsactiveringen tijdens een opname)
Met de belichtingsmodi
en
en systeemcompatibele, navenant
P
A
uitgeruste Leica flitsapparaten automatische aanpassing van de
belichtingstijd
Flitsbelichtingscorrectie
Flitsbelichtingscorrectie
Aan navenant uitgeruste flitsapparaten instelbaar
Weergaven bij flitsmodus
Weergaven bij flitsmodus
Paraatheidsstatus door knipperen of constant branden van het flitssym-
bool in de zoeker
Scherpte-instelling
Scherpte-herkenning
Scherpte-herkenning
Door fasen-detectie-procedure, bij Live View op basis van contrast
Sensor / meetveld
Sensor / meetveld
Een centrale kruissensor, door haarkruis op matglazen ruitje gedefini-
eerd, bij Live View is het meetveld vrij positioneerbaar
Flitsmodi
Flitsmodi
Naar wens AFs (single) = scherpteprioriteit, AFc (continuous) = active-
ringsprioriteit, MF (handmatig), handmatig overtroeven van de automati-
sche instelling altijd mogelijk
Opslaan van de meetwaarde
Opslaan van de meetwaarde
Door de ontspanner licht in te drukken, opslag voor één opname of
permanent met joystick
Autofocus-aandrijving
Autofocus-aandrijving
In objectieven
Zoekersysteem
Oculair
Oculair
High-Eyepoint-zoeker, dioptrieëncorrectie van -3 tot +1 dpt. op de zoeker
instelbaar
Zoekerveld
Zoekerveld
98%
Vergroting
Vergroting
0,87-voudig met 70 mm-objectief bij stand op oneindig en 0 dpt.