Functie
b (Lichte/schaduwdelen) (Blz. 68)
c (Color Creator) (Blz. 73)
e (ISO/WB) (Blz. 42, 52/Blz. 42, 53)
f (WB/ISO)* (Blz. 42, 53/Blz. 42, 52)
U (Vergroten) (Blz. 41)
d (Beeldverhouding) (Blz. 55)
n (S-OVF) (Blz. 128)
2 (Pieken) (Blz. 131)
* De functie wordt weergegeven wanneer deze wordt geselecteerd in [Instellingen
multifunctie] (Blz. 121).
De algehele kleur aanpassen ( Kleurenmaker)
U kunt de algehele kleur van een afbeelding met elke combinatie van
30 kleurschakeringen en 8 verzadigingsniveaus aanpassen.
U moet eerst de Kleurenmaker instellen op de knop Fn2 (Blz. 72).
Druk op de knop Fn2.
1
• Het scherm met de functie-instelling wordt
weergegeven.
2
Stel de kleurschakering in met de voorste regelaar en de verzadiging met de
achterste regelaar.
• Houd Q ingedrukt om instellingen te resetten.
• Druk op de knop MENU om te sluiten zonder de Kleurenmaker in te stellen.
3
Druk op de knop Q.
• Druk op de knop Fn2 om terug te keren naar het instelscherm van de Kleurenmaker.
• Wanneer [RAW] is geselecteerd voor beeldkwaliteit, worden beelden opgenomen in
RAW+JPEG-formaat (Blz. 57, 90).
• Foto's die u maakt met [HDR] (Blz. 50, 97) of [Meerv. belichting] (Blz. 97) worden met de
instelling [Natuurlijk] vastgelegd.
Voorste regelaar (r)
Controle licht
Kleurschakering
ISO-gevoeligheid
WB-stand
Zoomen AF: in- of uitzoomen
Breedte-hoogteverhouding
—
—
Achterste regelaar
(o)
Controle donker
Verzadiging
WB-stand
ISO-gevoeligheid
Levendig±0
Levendig±0
2
NL
73