Foto's maken
Gebruik de functieknop om de opnamemodus
te selecteren en neem de foto.
2
Type opnamemodi
Zie hierna voor het gebruik van de verschillende opnamefuncties.
P ........................................................Blz. 26
A .......................................................Blz. 27
S ........................................................Blz. 28
M .......................................................Blz. 29
1
Druk op de vergrendeling van de menuregelaar om de menuregelaar te
ontgrendelen en draai de regelaar naar de gewenste modus.
• Wanneer de vergrendeling voor de functieknop is ingedrukt, is de functieknop
vergrendeld. Elke keer dat op de vergrendeling wordt gedrukt, schakelt deze
tussen vergrendeld/ontgrendeld.
2
Kadreer de opname.
• Let op dat uw vingers of de
camerariem niet in de weg
zitten van de lens of de
AF-verlichting.
24 NL
Aanduiding
A .................................................Blz. 31
ART ..................................................Blz. 33
n ......................................................Blz. 37
C1/C2/C3 .........................................Blz. 35
Modus Landschap
Pictogram van de
stand
Modus Portret