MF assist
MENU
G
L
Dit is een hulpfunctie voor scherpstellen voor MF. Wanneer u aan de scherpstelring
hebt gedraaid, is de rand van het onderwerp verbeterd of is een gedeelte van de
schermweergave vergroot. Wanneer u niet meer aan de scherpstelring draait, keert het
scherm terug naar het originele beeld.
Vergroting
Hiermee vergroot u een gedeelte van het scherm. U kunt het gedeelte
dat u wilt vergroten vooraf instellen met het AF-doel. g "Het AF-doel
instellen" (Blz. 40)
Pieken
Hiermee worden duidelijk bepaalde omtrekken met randverbetering
weergegeven. U kunt de kleur van de verbetering selecteren.
g [Piekinstellingen] (Blz. 123)
• [Pieken] kan met de knop worden weergegeven. Het display verandert telkens wanneer
u op de knop drukt. Wijs de schakelfunctie vooraf toe aan een van de knoppen met
Knopfuncties (Blz. 68).
• Druk op de knop INFO om de kleur en intensiteit te wijzigen als Pieken wordt
weergegeven.
• Wanneer u Pieken gebruikt, worden de randen van kleine motieven vaak sterker
verbeterd. Hiermee wordt niet gegarandeerd dat de scherpstelling nauwkeurig is.
K Fn- schakelrfunctie
MENU
G
M
U kunt de regelaar en knopfunctie afhankelijk van de stand van de Fn-schakelaar
omschakelen.
Lijst Fn-schakelaarstand en regelaar/knopfuncties
Fn-schakelaarstand 1
Modus
De Fn-schakelaarfunctie is uitgeschakeld.
Uit
De functieregelaar werkt overeenkomstig de instellingen in
modus1
[K Functieregelaar] (Blz. 119).
Stelt functies in waarnaar wordt geschakeld met de Fn-schakelaar van de
modus2
AF-modus, 5 (AF-doelinstelling) en 6 (AF-veld).
Stelt de fotografeermodus in die is
modus3
geselecteerd met de functieknop.
[MF assist]
[K Fn-schakelaarinstel.]
[K Fn-schakelrfunctie]
Fn-schakelaarstand 2
Schakelt naar de fi lmmodus.
4
NL
131