K AF/MF
Optie
AF doelgebied
N Voorinstelling
4
N Aangepaste
instellingen
AF hulpverl.
I Gezichtsprio.
AF-focusaanp.
L AF/MF
Optie
MF-afst. vooraf
inst.
MF assist
MF-schakeling
Scherpstelring
Bulb/Time-focus
Reset lens
118 NL
Als [Aan] is geselecteerd, kunt u het AF-doel positioneren
door op de monitor te tikken tijdens opnamen met de
zoeker. Tik op de monitor en schuif met uw vinger om het
AF-doel te positioneren.
• Als deze op [Aan] staat, kan de sleepfunctie worden uit- of
ingeschakeld door twee keer op de monitor te tikken.
• [AF-doelgebied] is tevens bruikbaar met zoomkader-
AF(Blz. 41).
Stel de AF-doelmodus, de AF-doelpositie en de AF-modus
in die worden gebruikt als de home-positie. Druk op de
knop Q om de gewenste opties te selecteren in het scherm
[N Voorinstelling]. p verschijnt op het scherm voor
AF-kaderselectie terwijl u een home-positie kiest.
U kunt voor het scherm AF-veld de functies van de regelaar
en de knop FGHI wijzigen.
• Om de in [Instellingen 2] opgeslagen instellingen te
gebruiken, markeert u [Instellingen 2] in het menu
[N Aangepaste instellingen] en drukt u op de knop Q.
• U kunt omschakelen naar [Instellingen 2] door op de knop
INFO te drukken in het selectiescherm voor AF-doelen.
Selecteer [Uit] om de AF-verlichting uit te schakelen.
U kunt de gezichtsprioriteit-AF of oogprioriteit-AF gebruiken.
De afstelling voor de locatie van de brandpuntsafstand voor
faseverschil AF kan binnen ±20 stappen worden aangepast.
Stelt de scherpstelpositie van de MF vooraf inst. in.
Numerieke waarde en eenheid (m, ft) kunnen worden
ingesteld. De afstand is bij benadering en niet exact.
Als deze functie ingesteld is op [Aan], kunt u automatisch
schakelen naar zoomen of maximaliseren in de handmatige
scherpstelmodus door aan de scherpstelring te draaien.
Wanneer u [Niet werkzaam] selecteert, kunnen de MF-
schakeling en de snapshotfunctie van de lens niet worden
gebruikt voor handmatige scherpstelling. Schuif de
scherpstelring naar voren om handmatig scherp te stellen.
U kunt kiezen wat voor u de meest logische draairichting
van de scherpstelring is.
U kunt de scherpstelmodus veranderen tijdens het belichten
door handmatige scherpstelling (MF) te gebruiken. Bij
de instelling [Uit] is het draaien van de scherpstelring
uitgeschakeld.
Als deze is ingesteld op [Uit] wordt de scherpstelmodus van
de lens niet gereset ook als de stroom wordt uitgeschakeld.
Bij instelling [Aan] wordt de scherpstelling van power-zoom-
lenzen eveneens gereset.
Beschrijving
Beschrijving
MENU
G
K
g
—
—
—
—
40
—
MENU
G
L
g
—
131
—
—
—
—