Optie
n Knop/Schakelaar/
Hendel
Stel de functies van de knop, regelaar en hendel in voor de
fi lmmodus.
[Knopfuncties n]: hiermee stelt u functies in voor de
knoppen voor de fi lmmodus.
[Regelaarfuncties n]: hiermee worden de functies van de
achterste regelaar en de voorste regelaar ingesteld voor
de fi lmmodus. Wanneer [Belichting F] is toegewezen aan
de voorste of achterste regelaar, wordt belichtingscorrectie
mogeliijk tot maximaal ±3 EV (stappen van 1/2 en 1 EV
worden ook ondersteund).
[Hendelfuncties n Fn]: hiermee worden functies ingesteld
waarnaar u kunt schakelen met de Fn-schakelaar in
fi lmmodus.
De Fn-schakelaar schakelt naar de functie die is ingesteld
met [n Functieregelaar] wanneer de hendel op [modus1]
wordt ingesteld. Als u [modus2] selecteert en op I drukt,
kunnen de volgende opties waarnaar wordt geschakeld met
de Fn-hendel, worden geselecteerd: AF-modus, 5
(AF-doelinstelling) en 6 (AF-veld). Deze instelling heeft
geen effect als [modus3] is geselecteerd voor [K Fn
hendelfunctie] (Blz. 119) of als [Voeding 1] of [Voeding 2] is
geselecteerd voor [Fn hendel/voedingshendel] (Blz. 119).
[Sluiterfuncties n]: hiermee wordt de functie voor de
ontspanknop ingesteld voor de fi lmmodus.
Wanneer dit is ingesteld op [w], wordt autofocus
geactiveerd wanneer er op de ontspanknop wordt gedrukt.
Opnemen van foto's is niet beschikbaar. Wanneer dit is
ingesteld op [R REC], kan de fi lmopname worden gestart
of gestopt door de ontspanknop geheel in te drukken.
De knop R kan bij deze instelling niet worden gebruikt
voor het starten of stopen van de fi lmopname.
[n Elektr. zoomsn.]: Instelling van de zoomsnelheid voor de
motorzoomlens door de zoomring.
Beschrijving
g
4
—
NL
103