Kiezen hoe de camera de helderheid meet ( meting)
U kunt kiezen hoe de camera de helderheid van het onderwerp meet.
Druk op de knop AF m.
1
2
Draai aan de voorste regelaar om een waarde te
selecteren.
p
Digitale ESP-meting
Centrumgewogen
H
lichtmeting
Spotmeting
I
Spotmeting (licht)
IHI
Spotmeting
ISH
(schaduw)
• De positie van de spotmeting kan worden ingesteld op het geselecteerde AF-doel
(Blz. 125).
De belichting vergrendelen ( AE-vergrendeling)
U kunt de belichting vergrendelen door op de knop AEL/AFL te drukken. Gebruik dit
wanneer u de focus en belichting apart wilt aanpassen of wanneer u verschillende
foto's bij dezelfde belichting wilt maken.
• Als u eenmaal op de knop AEL/AFL hebt gedrukt, wordt de belichting vergrendeld en
wordt u weergegeven. g "AEL/AFL" (Blz. 130)
• Druk nogmaals op de knop AEL/AFL om de AE-vergrendeling op te heffen.
• De vergrendeling wordt geannuleerd zodra u de functieknop, de knop MENU of de
knop Q gebruikt.
Meet de belichting in 324 gebieden van het kader en
optimaliseert de belichting voor de huidige scène of
portret (als en andere optie dan [UIT] is geselecteerd voor
[I Gezichtsprio.]). Deze methode wordt aanbevolen voor
normaal fotograferen.
Levert het gemiddelde van de lichtniveaus
van het motief en de achtergrond, maar het
centrum van het beeld telt hier zwaarder
mee.
Meet een klein gebied (ongeveer 2% van
het kader) en richt hierbij de camera op het
object dat u wilt meten. De belichting wordt
aangepast op basis van de helderheid van
het gemeten punt.
Verhoogt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat
lichte motieven licht worden weergegeven.
Verlaagt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat
donkere motieven donker worden weergegeven.
Enkelv. AF
NL
2
45