C-AFK
(AF-tracking)
PreMF
(MF vooraf inst.)
• De camera kan mogelijk niet scherpstellen als het motief schaars verlicht is, wordt
verduisterd door nevel of rook of te weinig contrast vertoont.
• Als u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, is AF niet beschikbaar bij het opnemen van
films.
• U kunt de AF-modus niet selecteren wanneer de MF-schakeling van de lens is ingesteld
op de MF-positie en [Werkzaam] is geselecteerd voor [MF-schakeling] (Blz. 165) in
Aangepast menu.
Een scherpstelpositie instellen voor PreMF
1
Selecteer [MF vooraf inst.] voor de AF-modus.
Druk op de knop Q en daarna op de knop INFO.
2
3
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
• De focus kan worden aangepast door de scherpstelring te draaien.
4
Druk op de knop Q.
• De functie PreMF kan worden opgeroepen door op de knop te drukken waaraan
[MF vooraf inst.] is toegewezen in [Knopfuncties K ]. Druk nogmaals op de knop om
terug te keren naar de oorspronkelijke AF.
• De afstand voor het vooraf ingestelde scherpstelpunt kan worden ingesteld met
[MF-afst. vooraf inst.] in Aangepast Menu (Blz. 165).
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen; de
camera volgt het motief en blijft erop scherpstellen zolang de
ontspanknop in deze positie wordt gehouden.
• Het AF-kader wordt rood weergegeven als de camera het
motief niet langer kan volgen. Laat de ontspanknop los,
kadreer het motief opnieuw en druk de ontspanknop half in.
• Autofocus werkt niet terwijl het AF-doel rood wordt weergegeven
wanneer de camera het onderwerp volgt.
De camera stelt automatisch scherp op het vooraf ingestelde
scherpstelpunt tijdens het opnemen.
2
NL
81