2
Kadreer de opname.
• Let op dat uw vingers of de
camerariem niet in de weg zitten
van de lens of de AF-verlichting.
3
Stel scherp.
• Druk de ontspanknop licht in tot de eerste positie (druk de ontspanknop half in).
Het bevestigingsteken voor AF (() wordt weergegeven en er verschijnt een groen
kader (AF-kader) om de scherpgestelde zone heen.
S-AF
ISO-A
200
P
250 F5.6
AF-kader
• Als de camera niet in staat is om scherp te stellen, gaat het AF-bevestigingsteken
knipperen. (Blz. 226).
• Het AF-kader is afhankelijk van de gekozen optie voor de AF-doelmodus. U kunt het
door het AF-doel bestreken gebied kiezen in het AF-doelselectiedisplay (Blz. 65).
Het AF-kader wordt niet weergegeven als u q (Alle doelen) selecteert voor
AF-doelmodus.
4
Laat de sluiter los.
• Druk de ontspanknop helemaal in (tot aan de aanslag).
• De camera ontspant de sluiter en maakt een foto.
• Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor.
• U kunt scherpstellen en fotograferen met aanraakbediening. g "Opnames maken door
het aanraakscherm te bedienen" (Blz. 36)
De ontspanknop half en helemaal indrukken
De ontspanknop heeft twee posities. De ontspanknop licht indrukken tot aan de eerste
positie en deze daar vasthouden heet "de ontspanknop half indrukken", de ontspanknop
volledig indrukken tot aan de tweede positie heet "de ontspanknop helemaal indrukken".
Druk de ontspanknop
S-IS AUTO
L
F
4K
30 p
30 p
1:02:03
0.0
0
1023
Half indrukken
Modus Landschap
half in
S-AF
ISO-A
200
P
250 F5.6 0.0
Autofocusveld
Helemaal
indrukken
Modus Portret
AF-bevestigingsteken
T
W
28
mm
S-IS AUTO
L
F
4K
30 p
30 p
1:02:03
0
1023
2
NL
35