Fijnafstellingen maken voor de scherpte
Pas de scherpte van de afbeelding aan. U kunt omrandingen benadrukken voor
een scherp, duidelijk beeld. De instellingen worden voor elke fotomodus afzonderlijk
opgeslagen.
1
Druk op de knop Q om het LV
superbedieningspaneel weer te geven.
2
Gebruik FGHI om [Scherpte] te selecteren.
3
Gebruik de voorste regelaar om een optie te kiezen.
Fijnafstellingen maken voor het contrast
Pas het contrast van de afbeelding aan. U kunt het verschil tussen lichte en donkere
gedeelten vergroten door het contrast te verhogen. Het resultaat is een hardere,
beter gedefinieerde foto. De instellingen worden voor elke fotomodus afzonderlijk
opgeslagen.
1
Druk op de knop Q om het LV
superbedieningspaneel weer te geven.
2
Gebruik FGHI om [Contrast] te selecteren.
3
Gebruik de voorste regelaar om een optie te kiezen.
Fijnafstellingen maken voor de verzadiging
Pas de kleurverzadiging aan. U kunt foto's levendiger maken door de verzadiging te
verhogen. De instellingen worden voor elke fotomodus afzonderlijk opgeslagen.
1
Druk op de knop Q om het LV
superbedieningspaneel weer te geven.
2
Gebruik FGHI om [Verzadiging] te selecteren.
3
Gebruik de voorste regelaar om een optie te kiezen.
(Scherpte)
Scherpte
Scherpte
(Contrast)
Contrast
Contrast
(Verzadiging)
Verzadiging
Verzadiging
2
NL
101