De ISO-gevoeligheid wijzigen
Selecteer een waarde in overeenstemming met de helderheid van het onderwerp.
Als u hogere waarden instelt, kunt u donkerdere scènes fotograferen, maar ontstaat
er tevens meer 'ruis' (vlekken). Selecteer [AUTO] zodat de camera de gevoeligheid
automatisch instelt in overeenstemming met de lichtomstandigheden.
Druk op de knop ISO en draai aan de voorste of achterste regelaar om een
1
2
waarde te selecteren.
AUTO
LAAG, 200–25600
De belichting vergrendelen
U kunt de belichting vergrendelen door op de knop AEL/AFL te drukken. Gebruik dit
wanneer u de focus en belichting apart wilt aanpassen of wanneer u verschillende
foto's bij dezelfde belichting wilt maken.
• Als u eenmaal op de knop AEL/AFL drukt, wordt de belichting vergrendeld en wordt
u weergegeven. g "Scherpstelling en belichting instellen met de knop AEL/AFL
(K AEL/AFL)" (Blz. 177)
• Druk nogmaals op de knop AEL/AFL om de AE-vergrendeling op te heffen.
• De vergrendeling wordt geannuleerd zodra u de functieknop, de knop MENU of de
knop Q gebruikt.
70 NL
De gevoeligheid wordt automatisch aangepast in overeenstemming
met de opname-omstandigheden. Gebruik [ISO-auto set] (Blz. 171)
in G Aangepast menu T om de maximale gevoeligheid te kiezen
die door de camera wordt geselecteerd en de sluitertijd waarop de
automatische gevoeligheidsregeling wordt ingeschakeld.
Kies een waarde voor ISO-gevoeligheid. ISO 200 biedt een goede
balans tussen ruis en dynamisch bereik.
(ISO)
(AE-vergrendeling)