Diafragma en sluitertijd kiezen
In deze modus kiest u zelf het diafragma en de sluitertijd. U kunt de instellingen
aanpassen aan uw eigen voorkeuren, bijvoorbeeld door het combineren van korte
sluitertijden met kleine diafragma's (hoge f/-getallen) voor een grotere scherptediepte.
1
Draai de functieknop naar M.
2
Stel diafragma en sluitertijd in.
• Bij standaardinstellingen wordt het diafragma met de
voorste draaiknop geselecteerd en de sluitertijd met de
achterste draaiknop.
• Kies uit sluitertijden van 1/8000–60 s.
• Sluitertijden tot 1/32000 s zijn beschikbaar in de stille
modus. g "Opnemen zonder sluitergeluid (Stil s)"
(Blz. 74)
• Het display geeft het verschil weer tussen de
belichting die met het geselecteerde diafragma en de
geselecteerde sluitertijd wordt bereikt, en de optimale
belichting zoals door de camera wordt gemeten. Het
display knippert als het verschil groter wordt dan ±3 EV.
• Als [AUTO] is geselecteerd voor [ISO], wordt de ISO-
gevoeligheid automatisch aangepast voor een optimale
belichting bij de gekozen belichtingsinstellingen. [ISO]
staat standaard op [AUTO]. g "ISO-gevoeligheid
aanpassen (ISO)" (Blz. 70, 80)
3
Maak foto's.
Onderwerp te donker of te helder
Als de camera geen optimale belichting kan bereiken als [AUTO] is geselecteerd voor
[ISO], gaat het display voor ISO-gevoeligheid knipperen zoals is weergegeven.
Weergave
ISO-A
ISO-A
LAAG
LAAG
ISO-A
ISO-A
6400
6400
Probleem/oplossing
Overbelichting.
• Kies een hogere diafragmawaarde of een kortere sluitertijd.
Onderbelichting.
• Kies een lagere diafragmawaarde of een langere sluitertijd.
• Als de waarschuwing niet uit het display verdwijnt, kunt
u een hogere waarde voor ISO-gevoeligheid kiezen.
g "ISO-gevoeligheid aanpassen (ISO)" (Blz. 70, 80),
[ISO-auto set] (Blz. 171)
(M: Handmatige belichting)
S-AF
ISO
400
M
250 F5.6
2
S-IS AUTO
L
F
4K
30 p
30 p
1:02:03
2.0
0
+
1023
NL
43