Functie
Wisselen tussen AF en MF. Druk eenmaal in om MF te selecteren
en nogmaals om terug te keren naar de vorige modus. De
MF (AF/MF-
scherpstelmodus kan ook worden geselecteerd door de knop
schakelaar)
ingedrukt te houden en aan de regelaar te draaien. Deze optie werkt
niet als [modus 2] is geselecteerd voor [K Fn-hendelfunctie].
Wisselen tussen RAW + JPEG- en JPEG [KK]-instellingen. Druk
het bedieningselement in om te wisselen van RAW of JPEG naar
RAW K
RAW + JPEG of van RAW + JPEG naar JPEG. U kunt ook een
(RAW-kwaliteit)
beeldkwaliteitsinstelling kiezen door de knop ingedrukt te houden en
aan een regelaar te draaien.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor [K Knopfuncties].
Een testopname maken. U kunt de effecten van de geselecteerde
instellingen bekijken in een foto. Als u het bedieningselement
Testopname
ingedrukt houdt terwijl u op de ontspanknop drukt, kunt u de
(K TEST)
resultaten bekijken maar wordt de foto niet opgeslagen op de
geheugenkaart.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor [K Knopfuncties].
Druk op de knop om te schakelen tussen I en H. Houd de knop
ingedrukt om terug te keren naar de oorspronkelijke opnamemodus.
I/H (Onder
Wanneer u een lens gebruikt met elektrische zoom, wordt schakelen
water breed/onder
tussen I en H automatisch ingesteld op de breedhoekinstelling
water macro)
en de telefoto-instelling.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor [K Knopfuncties].
Belichtingsinstellingen aanpassen. Houd het bedieningselement
ingedrukt en draai aan de voorste of achterste regelaar. U kunt ook
op de knop drukken om de instellingen te activeren en dan aan de
regelaars draaien. De beschikbare aanpassingen zijn afhankelijk met
de opnamemodus:
[P]: Gebruik de voorste of achterste regelaar of HI op de
pendelknop voor belichtingscorrectie. Gebruik de FG-knoppen
voor een programmaverschuiving.
[A]: Gebruik de voorste of achterste regelaar of HI op de
pendelknop voor belichtingscorrectie. Gebruik de FG-knoppen
Belichting F (F)
voor het diafragma.
[S]: Gebruik de voorste of achterste regelaar of HI op de
pendelknop voor belichtingscorrectie. Gebruik de FG-knoppen
voor de sluitertijd.
[M]: Gebruik de achterste regelaar of FG op de pendelknop voor
de sluitertijd. Gebruik de voorste regelaar of de HI-knoppen voor
het diafragma.
[B]: Gebruik de achterste regelaar of FG op de pendelknop om
te schakelen tussen bulb/time en live composietfoto's. Gebruik de
voorste regelaar of de HI-knoppen om het diafragma te kiezen.
Dig.
Schakel de digitale televoorzetlens in of uit (Blz. 130). Druk eenmaal
televoorzetlens
om in te zoemen en druk nogmaals om uit te zoomen.
(b)
Functie
2
NL
109