14. Controleer nogmaals of de maaimessen horizontaal
staan; zie Maaimachine horizontaal stellen.
15. Controleer de hoogte van de antiscalpeerrollen; zie
Antiscalpeerrollen afstellen.
Maaidek verwijderen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te
verlaten.
4. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
5. Verwijder de R-pen en de gaffelpen uit de gaffels van
de voorste draaipenstangen (Figuur 50).
1. R-pen en gaffelpen
6. Verwijder de R-pen en de gaffelpen uit de achterste
draaipenstang (Figuur 51) aan beide kanten van het
maaidek.
7. Verwijder de R-pen en de ring op de stelbeugels
van het maaidek (Figuur 51) aan beide kanten van
het maaidek. Onthoud in welk gat de stelbeugel is
geplaatst voor latere montage. Schuif de beugels van
de bevestigingspen.
1. R-pen en gaffelpen
2. Achterste draaipenstang
Figuur 50
2. Voorste draaipenstang
Figuur 51
3. R-pen en ring
4. Stelbeugel
8. Schuif het maaidek naar achteren om de drijfriem
van het maaidek te verwijderen van de motorpoelie.
9. Schuif het maaidek weg van onder de machine.
Opmerking: Bewaar alle onderdelen voor latere
montage.
Riemen controleren
Controleer alle riemen om de 100 bedrijfsuren.
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen,
schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde
riemen.
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren
tijdens het draaien van de riem, slippen van de messen
tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en
scheuren. Vervang de riem als u deze zaken constateert.
Drijfriem van maaidek
vervangen
1. Zet de motor af, stel de parkeerrem in werking,
verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabel(s)
los van de bougie(s).
2. Zet de machine op een maaihoogte van 38 mm.
3. Verwijder de drijfriemkappen op de buitenste assen.
4. Trek de spanpoelie in de richting die wordt
aangegeven in Figuur 52, en verwijder de riem van
de poelies.
Opmerking: U mag de veer niet verwijderen.
De veer is onder spanning gemonteerd en kan
lichamelijk letsel veroorzaken.
Laat de veer op de veeroogbout zitten.
5. Laat de nieuwe riem door de hulp-pitmanarm van de
spanpoelie en rond de spanpoelie lopen (Figuur 52).
36