5. Draai het contactsleuteltje op START om de
startmotor in werking te stellen. Laat het sleuteltje
los zodra de motor aanslaat.
Belangrijk: Stel de startmotor telkens niet
langer dan 10 seconden in werking. Als de
motor niet wil starten, moet u na elke poging
de motor 60 seconden laten afkoelen. Indien u
deze instructies niet opvolgt, kan de startmotor
doorbranden.
6. Zodra de motor start, zet u de gashendel op SNEL
(Figuur 9). Als de motor afslaat of hapert, moet u
de gashendel weer enkele seconden op CHOKE
zetten. Zet vervolgens de gashendel in de gewenste
stand. Herhaal dit indien nodig.
1. Motor
2. Choke
Figuur 10
1. Uit
2. Lopen
Motor afzetten
1. Zet de gashendel weer op Langzaam (Figuur 9).
2. Schakel de maaimessen uit door de aftakasschakelaar
op UIT te zetten (Figuur 8).
3. Draai het contactsleuteltje op UIT (Figuur 10).
4. Maak de bougiekabel los van de bougie(s) om te
voorkomen dat iemand per ongeluk de machine
start, alvorens deze te transporteren of te stallen.
5. Sluit de brandstofafsluitklep onder de voorzijde
van de brandstoftank alvorens de machine te
transporteren of op te slaan.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de
brandstofafsluitklep is gesloten voordat
u de machine transporteert of stalt omdat er
benzine kan lekken uit de machine.
Figuur 9
3. Snel
4. Landzaam
3. Start
4. Ontsteking
Bediening van de maaimessen
Met de aftakasschakelaar, aangeduid met het
aftakassymbool, schakelt u de aandrijving naar de
maaimessen aan of uit. Deze schakelaar regelt het
vermogen van werktuigen die worden aangedreven
door de motor, zoals het maaidek en de maaibladen.
De maaimessen inschakelen
1. Zet de rijhendels vrij om de machine in de
neutraalstand te zetten.
2. Zet de gashendel op Snel.
3. Trek de aftakasschakelaar uit om de maaimessen in
te schakelen (Figuur 11).
1. Aftakasschakelaar – AAN
De maaimessen uitschakelen
Zet de aftakasschakelaar op UIT om de maaimessen uit
te schakelen (Figuur 11).
Het veiligheidssysteem
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
Werking van het veiligheidssysteem
Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de
motor alleen mogelijk te maken wanneer:
15
Figuur 11
2. Aftakasschakelaar – UIT