• Houdt de benzine vers gedurende stalling van
30 dagen of minder. Als u de machine langer
wilt stallen, moet u de benzine aftappen uit de
brandstoftank.
• Houdt de motor tijdens het gebruik schoon.
• Voorkomt harsachtige afzettingen in het
brandstofsysteem, die tot startproblemen kunnen
leiden
Belangrijk: Gebruik nooit brandstofadditieven
die methanol of ethanol bevatten.
Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner
aan de benzine toe.
Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het
best als deze met verse benzine wordt gemengd.
Gebruik altijd stabilizer/ conditioner om het risico
van harsachtige afzettingen in het brandstofsysteem
zo klein mogelijk te houden.
Brandstoftank vullen
1. Motor afzetten en parkeerrem in werking stellen.
2. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder de
tankdop. Vul de brandstoftank bij met loodvrije,
normale benzine tot maximaal 6 tot 13 mm vanaf
de onderkant van de vulinrichting. De ruimte in de
tank geeft de benzine de kans om uit te zetten. Vul
de brandstoftank niet helemaal vol.
3. Draai de tankdop stevig vast. Gemorste benzine
opnemen.
Motoroliepeil controleren
Voordat u de motor start en de machine in gebruik
neemt, moet u het oliepeil in het carter van de motor
controleren; zie Oliepeil controleren in Onderhoud
motor , bladz. 24.
Parkeerrem gebruiken
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Parkeerrem in werking stellen
1. Zet de schakelhendels (Figuur 5) in de vergrendelde
neutraalstand.
2. Trek de parkeerremhendel naar achteren en omhoog
om de parkeerrem in werking te stellen (Figuur 7).
De parkeerremhendel moet stevig in deze stand
blijven.
Belangrijk: Stel de parkeerrem niet in werking
als de machine in beweging is. Hierdoor kan
het aandrijfsysteem schade oplopen.
1. Parkeerrem – In werking
Parkeerrem vrijzetten
Duw parkeerrenhendel naar voren en omlaag om de
parkeerrem in werking te stellen (Figuur 7).
Motor starten en afzetten
Motor starten
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet de
schakelhendels in de neutraalstand.
2. Stel de parkeerrem in werking; zie hierboven
Parkeerrem in werking stellen.
3. Schakel de maaimessen uit door de aftakasschakelaar
op UIT te zetten (Figuur 8).
1. Aftakasschakelaar – AAN
4. Zet de gashendel op Choke voordat u een koude
motor start.
Opmerking: Als de motor warm of heet is, mag u
de choke niet te gebruiken. Zodra de motor start,
zet u de gashendel op Snel.
14
Figuur 7
2. Parkeerrem – Buiten
werking
Figuur 8
2. Aftakasschakelaar – UIT