Functies voor het instellen van de focuspositie
AF-doelselectie afstemmen op de camera-oriëntatie
U kunt de camera dusdanig configureren dat de AF-doelpositie en de AF-doelmodus
automatisch worden aangepast wanneer de camera detecteert dat er van positie is
gewisseld tussen landschap (wide) of portret (hoog). Door het draaien van de camera
wijzigt de compositie en dus ook de positie van het onderwerp in het kader. De camera
4
kan de AF-doelmodus en de AF-doelpositie die bij een camerastand horen, afzonderlijk
opslaan n. Wanneer deze optie actief is, kan [KN Home instellen] (Blz. 99) worden
gebruikt om separate home-posities op te slaan voor landschap- en portret-oriëntaties.
Menu
1
Selecteer een functie waarmee u de verschillende
instellingen wilt opslaan voor landschap- en portret-
oriëntatie en zet er een vinkje (v) naast.
• Selecteer een optie met behulp van FG en druk op de
Q-knop om een vinkje (v) naast de optie te zetten.
Druk nogmaals op de Q-knop om het vinkje te
verwijderen.
AF-doelmodus
AF-richtpunt
2
Het scherm keert terug naar het KOriëntatie gekoppeld N instellingenscherm.
3
Druk op de MENU-knop om terug te keren naar het opnamescherm.
4
Kies de AF-doelmodus of -doelpositie met de camera eerst in de ene
oriëntatie en dan in de andere.
• Er worden aparte instellingen opgeslagen voor de oriëntatie landschap, de oriëntatie
portret met de camera naar rechts gedraaid en de oriëntatie portret met de camera
naar links gedraaid.
98 NL
MENU n AF n5. AF-doelinstellingen en -bedieningen n
KOriëntatie gekoppeld N
Wanneer u hier een vinkje (v) naast zet, slaat de camera separate
AF-doelmodi op (bijv. oAlle, yKlein) voor landschap- en portret-
oriëntaties.
Wanneer u hier een vinkje (v) naast zet, slaat de camera separate
AF-doelposities op voor landschap- en portret-oriëntaties.
(KOriëntatie gekoppeld N)
P A S M B
Oriëntatie verb. met
AF-doelmodus
AF-richtpunt
MENU
MENU
KOriëntatie gekoppeld N
n
OK
instellingenscherm