Advertenties
Functie
[AF-modus] instellen op [Preb] (Blz. 73). Druk het
bedieningselement eenmaal in om MF vooraf instellen in te
MF vooraf inst.
schakelen en nogmaals om de vorige scherpstelmodus terug
(Preb)
te zetten. U kunt de [AF-modus] eventueel ook kiezen door het
bedieningselement ingedrukt te houden en een regelaar te draaien.
Instellingen
Eerder opgeslagen lensdata oproepen (Blz. 249). Roep opgeslagen
lensinfo (sLens)
gegevens voor de huidige lens op, nadat u lenzen hebt gewisseld.
[Beeldstabilisatie] in- of uitschakelen (Blz. 138). Druk eenmaal om
[Uit] te selecteren en nogmaals om beeldstabilisatie in te schakelen.
IS Mode (IS)
Houd het bedieningselement ingedrukt en draai aan de voorste of
achterste regelaar om naar de opties voor [Beeldstabilisatie] te gaan.
Instellingen aanpassen voor [Flikkeringdetectie] (Blz. 109). Druk
het bedieningselement in om [Aan] te selecteren. U kunt de sluitertijd
Flikkeringdetectie
aanpassen voor de beste resultaten terwijl u de kleurenbanden in het
(Flikkeringde-
display bekijkt. Druk nogmaals op de knop om opname-informatie
tectie)
weer te geven en toegang te krijgen tot andere instellingen. Houd
het bedieningselement ingedrukt om [Uit] te selecteren voor
[Flikkeringdetectie].
Het live ND-filter inschakelen (Blz. 160). Druk éénmaal om [Opn. mkn
Opn mkn in live
in live ND] in te schakelen. Druk nogmaals om uit te schakelen. Houd
ND (ND)
de knop ingedrukt en draai aan de voorste of achterste regelaar om de
(Alleen K)
instellingen voor [Opn. mkn in live ND] aan te passen.
Uit
Het bedieningselement wordt niet gebruikt.
Pas de flitsinstellingen aan (Blz. 121). Druk éénmaal om de
flitsopties weer te geven en nogmaals om de gemarkeerde optie
Flitsmodus (#)
te selecteren en te sluiten. Markeer instellingen met behulp van de
(Alleen K)
voorste of achterste regelaar of HI.
• Deze functie kan alleen worden toegewezen aan de I- en
Een aandrijvingsmodus (sequentiële opnamen/zelfontspanner)
j/Y
kiezen (Blz. 128). Druk op de knop om aandrijvingsmodusopties
(sequentiële
weer te geven en kies een modus met behulp van de voorste of
opnamen/
achterste regelaar of met de HI-knoppen.
zelfontspanner)
• Deze functie kan alleen worden toegewezen aan de I- en
(Alleen K)
Aanraakbedieningen vergrendelen. Houd de knop éénmaal ingedrukt
GVergrendeling
om de aanraakbedieningen te vergrendelen en druk nogmaals om de
(vergrendeling
vergrendeling ongedaan te maken.
aanraakbediening)
• Deze functie kan alleen worden toegewezen aan de I- en
Powerzoomlenzen in- of uitzoomen. Nadat u op het bedieningselement
hebt gedrukt, kunt u de pendelknop gebruiken om in of uit te zoomen.
Elektr. zoom
Gebruik F of I om in te zoomen en G of H om uit te zoomen.
(X)
• Deze functie kan alleen worden toegewezen aan de I- en
Autofocus opschorten. Scherpstellen vergrendelt en autofocus wordt
AF stop
opgeschort wanneer het bedieningselement wordt ingedrukt. Is alleen
van toepassing op de l-knoppen van de lens.
G-knoppen. U moet eerst [d] instellen op [Directe functie].
G-knoppen. U moet eerst [d] instellen op [Directe functie].
G-knoppen. U moet eerst [d] instellen op [Directe functie].
G-knoppen. U moet eerst [d] instellen op [Directe functie].
Functie
6
215
NL
Advertenties
