Opgeslagen instellingen oproepen
In andere modi dan n kunt u de instellingen die zijn opgeslagen in de aangepaste
modi [C1] oproepen met [C4].
1
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
2
Markeer het tabblad _ met behulp van de voorste
regelaar.
2
3
Markeer [1. Basisinstellingen/Beeldkwaliteit] met
behulp van de HI-knoppen of met de achterste
regelaar.
4
Markeer [Aangepaste modus] met behulp van de
FG-knoppen en druk op de Q-knop.
5
Markeer de gewenste aangepaste modus
([C1]–[C4]) met behulp van de FG-knoppen
en druk op de Q-knop.
6
Markeer [Oproepen] met behulp van de
FG-knoppen en druk op de Q-knop.
7
Markeer [Ja] met behulp van de HI-knoppen en
druk op de Q-knop.
8
Druk op de MENU-knop om de menu's te sluiten.
%Als u een instelling oproept terwijl de functieregelaar is ingesteld op C1, C2, C3 of C4,
verandert de opnamemodus ook naar de opgeslagen modus.
%Instellingen die worden opgeroepen door op een knop te drukken waaraan [C1] - [C4]
(Aangepaste modi C1 - 4) is toegewezen in [KKnopfunctie] (Blz. 211) worden niet meer
toegepast wanneer u:
- De camera uit zet
- De functieregelaar naar een andere instelling draait
- Tijdens het fotograferen op de MENU-knop drukt
- Een reset uitvoert
- Aangepaste instellingen bewaart of oproept
58 NL
e
K 1
AF
n
K 1
K 2
q
G
1.
Basisinstellingen/beeldkwaliteit
Aangepaste modus
Gedetailleerde instell.
Beeldverhouding
Beeldweergave
Schaduwcomp.
Aangepaste modus
C1
Instellen
C2
Instellen
C3
C4
MENU
OK
C1
Oproepen
Toewijzen
Instellen
Instellingen opslaan
Resetten
MENU
OK
C1
C1-instellingen toepassen?
Huidige camera-inst.
worden overschreven.
Ja
Nee
MENU
OK
My
YF
4:3
Uit
Uit
--
--