Reinigen en controleren van het beeldopneemelement
Deze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen
stof op het beeldopneemelement komt en om stof of vuil van het oppervlak van het
beeldopneemelement te verwijderen met ultrasone trillingen. De stofreductie werkt als
de camera wordt ingeschakeld.
De stofreductiefunctie werkt op hetzelfde moment als Pixel-mapping, dat het
beeldopneemelement en het beeldbewerkingscircuit controleert. Omdat de stofreductie
elke keer dat de camera aangezet wordt, geactiveerd wordt, moet de camera rechtop
gehouden worden voor een effectieve stofreductie.
Pixel-mapping - Controleren van de beeldbewerkingsfuncties
Met de functie Pixel-mapping kan de camera het beeldopneemelement en de
beeldbewerkingsfuncties controleren en bijstellen. Wacht voor het beste resultaat
minstens een minuut nadat het fotograferen en afspelen zijn beëindigd voordat u
Pixel-mapping uitvoert.
1
Selecteer [Pixel-mapping] (Blz. 261).
2
Selecteer [Ja] en druk op de Q-knop.
• Tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties geeft de [Bezig]-balk in het
monitorbeeld de voortgang weer. Als het controleren van de beeldbewerkingsfuncties
afgesloten is, verschijnt het menu weer.
• Als u tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties de camera uitschakelt,
begint u opnieuw vanaf stap 1.
10
309
NL