Advertenties
# Deze functie kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt.
- [modus3] is geselecteerd voor [KFn-hendelfunctie] (Blz. 223).
- [Fn-schakelr/Aan/uit-schak.] (Blz. 225) is ingesteld op [AAN/UIT] of [UIT/AAN].
„ [modus2] van [KFn-hendelfunctie] / [nFn-hendelfunctie] gebruiken
Wanneer [modus2] is geselecteerd voor [KFn-hendelfunctie] / [nFn-hendelfunctie]
slaat de camera aparte scherpstelinstellingen op voor posities 1 en 2.
1
Draai het Fn-hendeltje naar positie 1 en stel de
AF-instellingen in.
6
• De camera kan de instellingen opslaan die zijn
aangemerkt (v) in:
[AF-modus]:
[AF-doelmodus]:
[AF-richtpunt]:
2
Herhaal het proces voor positie 2.
3
Draai het hendeltje naar de gewenste positie om de
opgeslagen instellingen op te roepen.
224 NL
S-AF, C-AF, enz.
M Klein, o Alle, enz.
AF-kaderpositie
modus2
AF-modus
AF-doelmodus
AF-richtpunt
MENU
MENU
OK
Advertenties
