Gedetailleerde opties instellen van een KFotomodus
1
Druk op FG op het instellingenscherm van
Fotomodus (Blz. 148) om de optie te selecteren
die u wilt instellen.
• De beschikbare instellingen variëren afhankelijk van de
geselecteerde fotomodus.
Scherpte
K
Contrast
u
Verzadiging
t
L
Gradatie
Effect Effect
Pas de scherpte van de afbeelding aan. U kunt omrandingen
benadrukken voor een scherp, duidelijk beeld.
[-2] – [±0] – [+2]
Pas het contrast van de afbeelding aan. U kunt het verschil
tussen lichte en donkere gedeelten vergroten door het
contrast te verhogen. Het resultaat is een hardere, beter
gedefinieerde foto.
[-2] – [±0] – [+2]
Pas de kleurverzadiging aan. U kunt foto's levendiger maken
door de verzadiging te verhogen.
[-2] – [±0] – [+2]
Pas de kleurhelderheid en schaduwen aan. U kunt foto's
dichter naar de omstandigheden brengen zoals u die tijdens
de opname ziet, door bijvoorbeeld de helderheid van de
gehele foto te verhogen.
[Schaduw aanpassen]: deelt het beeld op in kleinere
gebieden en bepaalt voor elk gebied afzonderlijk de
helderheid. Dit werkt goed bij beelden waarin gebieden met
een hoog contrast voorkomen zodat de lichte partijen te
helder en de donkere partijen te donker zouden worden.
[Gradatie normaal]: optimale schaduw. Aanbevolen voor de
meeste situaties.
[Gradatie High Key]: gebruikt een tint die geschikt is voor
een helder onderwerp.
[Gradatie Low Key]: gebruikt een tint die beschikt is voor
een donker onderwerp.
Kies de sterkte van i-Enhance.
[Effect: laag]: voegt een laag effect toe aan beelden.
[Effect: standaard]: voegt een effect tussen laag en hoog toe
aan beelden.
[Effect: hoog]: voegt een hoog effect toe aan beelden.
3
K
K
0
0
±
±
0
u
±
0
t
±
L
Norm
0
Scherpte
Scherpte
±
4
149
NL