Figuur 85
1. Filterkop
3.
Verwijder de filterbus, en reinig de plaats waar
de filterkop gemonteerd wordt.
4.
Smeer schone brandstof op de pakking van de
filterbus.
5.
Monteer de filterbus met de hand totdat de
pakking contact maakt en draai deze vervolgens
nog een halve slag verder.
6.
Draai de aftapplug onderaan de filterbus vast.
7.
Start de motor en controleer of er lekken zijn.
Opmerking:
Alle lekken repareren.
8.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
9.
Sluit en vergrendel de motorkap;
sluiten (bladz.
48).
Het Brandstofsysteem
ontluchten
1.
Maak de machine klaar voor onderhoud; zie
Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz.
2.
Zorg ervoor dat de brandstoftank minstens half
vol is.
3.
Open de motorkap; zie
(bladz.
47).
4.
Draai de ontluchtschroef op de brandstofinjec-
tiepomp open
(Figuur
g375851
2. Filterbus
De motorkap
47).
De motorkap openen
86).
1. Ontluchtschroef brandstofinjectiepomp
5.
Draai het contactsleuteltje naar de stand
De elektrische brandstofpomp loopt en perst bij
de ontluchtschroef lucht naar buiten.
Opmerking:
totdat er een volle straal brandstof bij de schroef
naar buiten komt.
6.
Zet de schroef weer vast en draai het sleuteltje
op U
.
IT
7.
Sluit en vergrendel de motorkap, zie
motorkap sluiten (bladz.
Brandstofleidingen en
aansluitingen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren (of
jaarlijks, waarbij de kortste periode
moet worden aangehouden).
De leidingen en aansluitingen controleren op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
58
Figuur 86
Laat het sleuteltje op A
48).
g008891
.
AAN
staan
AN
De