Voer elke dag, voordat u de machine start, de
dagelijkse procedures uit beschreven in
onderhoud uitvoeren (bladz.
De interlockschakelaars
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
Belangrijk:
Als een interlockschakelaar niet
werkt, moet u contact opnemen met uw erkende
Toro verdeler.
De machine voorbereiden
1.
Rij de machine langzaam naar een open terrein.
2.
Laat de maai-eenheden zakken, zet de motor af
en stel de parkeerrem in werking.
De interlock voor het tractiepedaal
bij starten controleren
1.
Op de bestuurdersstoel gaan zitten.
2.
Stel de parkeerrem in werking.
3.
Druk de aftakasschakelaar in de stand
U
.
ITSCHAKELEN
4.
Druk het tractiepedaal in.
5.
Draai het sleuteltje naar de stand S
Opmerking:
De startmotor mag de motor niet
laten draaien met een ingetrapt tractiepedaal.
De interlock voor de aftakas bij
starten controleren
1.
Ga op de bestuurdersstoel zitten
2.
Druk de aftakasschakelaar in de stand
I
.
NSCHAKELEN
3.
Start de motor.
Dagelijks
34).
.
TART
Opmerking:
wanneer de aftakasschakelaar in de stand
I
NSCHAKELEN
De interlock voor de aftakas bij
lopen controleren
1.
Ga op de bestuurdersstoel zitten
2.
Druk de aftakasschakelaar in de stand
U
ITSCHAKELEN
3.
Start de motor.
4.
Sta op uit de stoel.
5.
Druk de aftakasschakelaar in de stand
I
.
NSCHAKELEN
Opmerking:
wanneer u niet in de bestuurdersstoel zit.
De interlock voor de parkeerrem
en het tractiepedaal bij lopen
controleren
1.
Op de bestuurdersstoel gaan zitten.
2.
Stel de parkeerrem in werking.
3.
Druk de aftakasschakelaar in de stand
U
ITSCHAKELEN
4.
Houd uw voet van het tractiepedaal.
5.
Start de motor.
6.
Druk het tractiepedaal in.
Opmerking:
wanneer de parkeerrem ingeschakeld is en het
tractiepedaal ingedrukt is.
De machine inrijden
Om ervoor te zorgen dat het parkeerremsysteem
optimaal functioneert, moet u de remmen
gebruiksklaar maken (inrijden) voordat u het voertuig
gaat gebruiken. Stel de voorwaartse tractiesnelheid
in op 6,4 km/uur zodat deze overeenstemt met de
achterwaartse tractiesnelheid (alle 8 afstandsstukken
bovenaan de maaitoerentalbediening). Rij
vooruit met de motor op hoog stationair en de
maaitoerentalbegrenzer ingeschakeld en rem
gedurende 15 seconden. Rij achteruit met de
maximale snelheid voor achteruitrijden en rem
gedurende 15 seconden. Herhaal dit 5 keer en wacht
steeds 1 minuut tussen het voor- en achteruitrijden
om te voorkomen dat de remmen oververhit raken.
Na de inrijprocedure moeten de remmen misschien
worden afgesteld; zie
35
De motor mag niet starten
staat.
.
De aftakas mag niet lopen
.
De motor moet afslaan
Onderhoud (bladz.
43).