3.
Breng de dop aan op het juk van het draaipunt,
en lijn de openingen in het draagframe, de as,
het juk van het draaipunt en de dop uit.
4.
Bevestig het kapje en de as van het draagframe
met de borgpen aan het juk van het draaipunt.
Het draaipunt van de maai-eenheid
vergrendelen om zijdelings op een helling
te maaien - Vergrendel de draaipunten van
de maai-eenheid om te voorkomen dat de
maai-eenheden naar beneden draaien wanneer
u op een helling maait. Gebruik de opening in
het juk van het draaipunt
maai-eenheid te vergrendelen. Gebruik de sleuf
voor een sturende maai-eenheid.
Figuur 16
1. Locaties van de
borgpennen
2. Opening (scharnieras van
hefarm)
De achterste maai-eenheden aan
de hefarmen monteren
Maai-eenheden afgesteld voor een
maaihoogte van 1,2 cm of hoger
1.
Schuif een maai-eenheid onder de hefarm
(Figuur
17).
(Figuur
16) om de
g375251
3. Sleuf (scharnieras van
hefarm)
1. Dop
2. Borgpen
2.
Monteer het juk van het draaipunt op de as van
het draagframe.
3.
Breng de dop aan op het juk van het draaipunt,
en lijn de openingen in het draagframe, de as,
het juk van het draaipunt en de dop uit.
4.
Bevestig de as van de draaiarm en de dop aan
de as van het draagframe; gebruik hierbij de
borgpen.
Het draaipunt van de maai-eenheid
vergrendelen om zijdelings op een helling
te maaien - Vergrendel de draaipunten van
de maai-eenheid om te voorkomen dat de
maai-eenheden naar beneden draaien wanneer
u op een helling maait. Gebruik de opening in
het juk van het draaipunt
maai-eenheid te vergrendelen. Gebruik de sleuf
voor een sturende maai-eenheid.
17
Figuur 17
3. Juk van draaipunt
4. As van draagframe
(Figuur
17) om de
g375252