Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Brandstof; Inhoud Brandstoftank; Brandstof Tanken; Dagelijks Onderhoud Uitvoeren - Toro Reelmaster 5010-H Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Reelmaster 5010-H:
Inhoudsopgave

Advertenties

Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere
ontstekingsbronnen.
Gebruik uitsluitend een goedgekeurd vat of blik
voor de brandstof.
Wanneer de motor loopt of heet is, mag u de
brandstofdop niet verwijderen of geen brandstof
toevoegen.
Geen brandstof bijvullen of aftappen in een
afgesloten ruimte.
Bewaar de machine en het brandstofvat niet
op plaatsen waar open vlammen, vonken of
waakvlammen (bv. van een boiler of een ander
toestel) aanwezig kunnen zijn.
Probeer de motor niet te starten als u brandstof
hebt gemorst; voorkom elke vorm van open vuur
of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn
verdwenen.

Brandstof

Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof
of biodiesel met een laag (<500 ppm) of ultralaag
(<15 ppm) zwavelgehalte. Het cetaangetal moet
minimaal 40 zijn. Koop brandstof in hoeveelheden die
binnen 180 dagen kunnen worden gebruikt zodat u
altijd verse brandstof heeft.
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7 °C en winterdieselbrandstof
(nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
beneden -7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof
bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en
een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en
vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Zomerdieselbrandstof gebruiken bij temperaturen
boven -7 °C draagt bij aan een langere
levensduur van de pomp en meer vermogen dan
winterdieselbrandstof.
Belangrijk:
Gebruik geen kerosine of benzine
in plaats van dieselbrandstof. Als u deze
waarschuwing niet in acht neemt, zal dit leiden tot
beschadiging van de motor.
Geschikt voor biodiesel
Deze machine kan ook gebruik maken van een
dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80%
petrodiesel). Het deel petrodiesel moet een laag of
ultralaag zwavelgehalte hebben. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
Her deel biodiesel van de brandstof moet voldoen
aan de specificatie ASTM D6751 of EN 14214.
Het dieselmengsel moet beantwoorden aan
ASTM D975 of EN 590.
Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd
door biodiesel.
Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met
een lager percentage in koud weer.
Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen,
die in contact met brandstof komen, omdat zij in de
loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop
van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt
op een biodieselmengsel.
Neem contact op met uw leverancier als u
informatie over biodiesel wenst.

Inhoud brandstoftank

53 liter

Brandstof tanken

1.
Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maai-eenheden neer, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Maak de omgeving van de dop van de
brandstoftank schoon. Gebruik hiervoor een
schone doek.
3.
Verwijder de dop van de brandstoftank
49).
1. Dop van brandstoftank
4.
Vul de tank met dieselbrandstof tot aan de
onderkant van de vulbuis.
5.
Draai de tankdop daarna stevig vast.
Opmerking:
gebruik indien dit mogelijk is. Dit beperkt
mogelijke condensvorming in de brandstoftank
tot een minimum.
Dagelijks onderhoud
uitvoeren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
34
Figuur 49
Vul de brandstoftank na elk
(Figuur
g021210

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

03674

Inhoudsopgave