Figuur 18
1. Locaties van de
borgpennen
2. Opening (juk van
draaipunt)
5.
Herhaal stap
1
en
maai-eenheid.
De achterste maai-eenheden aan
de hefarmen monteren
Maai-eenheden afgesteld voor een
maaihoogte van 1,2 cm of lager
1.
Verwijder de lynch-pen en de ring waarmee
het juk van het draaipunt aan de hefarm is
bevestigd, en schuif de as uit de hefarm
19).
Figuur 19
1. Borgpen
2. Juk van draaipunt
2.
Monteer het juk van het draaipunt op de as van
het draagframe
(Figuur
3. Sleuf (juk van draaipunt)
2
voor de andere achterste
(Figuur
3. Hefarm (achterste
maai-eenheid)
4. Ring
20).
g375251
1. Dop
2. Borgpen
3.
Breng de dop aan op het juk van het draaipunt,
en lijn de openingen in het draagframe, de as,
het juk van het draaipunt en de dop uit.
4.
Bevestig het juk van het draaipunt en de dop
aan de as van het draagframe; gebruik hierbij
de borgpen.
Het draaipunt van de maai-eenheid
vergrendelen om zijdelings op een helling
te maaien - Vergrendel de draaipunten van
de maai-eenheid om te voorkomen dat de
maai-eenheden naar beneden draaien wanneer
u op een helling maait. Gebruik de opening in
het juk van het draaipunt
maai-eenheid te vergrendelen. Gebruik de sleuf
voor een sturende maai-eenheid.
g375236
18
Figuur 20
3. Juk van draaipunt
4. As van draagframe
(Figuur
21) om de
g375237