Onderhoud
brandstofsysteem
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden zijn brandstof
en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van brandstof
kan brandwonden of materiële schade
veroorzaken.
• Vul de brandstoftank in de open lucht
wanneer de motor koud is en uit staat.
Eventueel gemorste brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul
de brandstoftank tot 25 mm vanaf de
bovenkant van de tank, niet de vulbuis. Dit
geeft de brandstof in de tank ruimte om uit
te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig
bent en houd de brandstof weg van open
vlammen of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg dat de
dop op zijn plaats blijft.
Water verwijderen uit de
brandstof/waterafscheider
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
dagelijks—Water en vuil uit
de brandstof/waterafscheider
verwijderen.
1.
Maak de machine klaar voor onderhoud; zie
Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz.
2.
Open de motorkap;
47).
3.
Zet een opvangbak onder de aftapklep van de
brandstof/waterafscheider
47).
De motorkap openen (bladz.
(Figuur
84).
1. Aftapklep (brandstof/waterafscheider)
4.
Open de klep en laat het water en vuil uit de
afscheider lopen.
5.
Sluit de klep van de brandstof/waterafscheider.
6.
Start de motor en controleer of er lekken zijn.
Opmerking:
7.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
8.
Sluit en vergrendel de motorkap;
sluiten (bladz.
Filter van waterafscheider
vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
1.
Laat de brandstof/waterafscheider volledig
leeglopen; zie
brandstof/waterafscheider (bladz.
2.
Reinig de filterkop en de filterbus
57
Figuur 84
Alle lekken repareren.
De motorkap
48).
Water verwijderen uit de
57).
(Figuur
g375850
85).