2.
Krik de voorkant van de machine op tot beide
voorbanden de grond niet meer raken en
ondersteun de machine met kriksteunen; zie
Specificaties (bladz. 33)
(bladz.
50).
3.
Draai vanaf de onderkant van de machine
en aan de rechterkant van de tractiepomp de
borgmoer los waarmee de schroef voor het
instellen van de terugkeer naar de neutraalstand
is bevestigd
(Figuur
Figuur 106
1. Schroef voor het instellen
van de terugkeer naar de
neutraalstand
2. Borgmoer
WAARSCHUWING
De motor moet lopen zodat een laatste
afstelling van de afstelnok van de
tractie kan worden uitgevoerd. Dit kan
lichamelijk letsel veroorzaken.
Houd gezicht, handen, voeten en andere
lichaamsdelen uit de buurt van de
geluiddemper, andere hete delen van de
motor en draaiende onderdelen.
4.
Start de motor en zet de parkeerrem vrij.
5.
Draai de schroef voor het instellen van de
terugkeer naar de neutraalstand in beide
richtingen tot de wielen stoppen met draaien.
6.
Draai de borgmoer vast met een torsie van
22 N·m.
7.
Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
8.
Haal de kriksteunen weg en laat de machine
neer op de grond.
9.
Maak een proefrit met de machine om er
zeker van te zijn dat deze niet beweegt als het
tractiepedaal in de N
en
Locatie opkrikpunten
106).
3. Tractiepomp
staat.
EUTRAALSTAND
Uitlijning van de
achterwielen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsu-
1.
Draai het stuurwiel om de achterwielen recht
naar voren te laten wijzen.
2.
Maak de machine klaar voor onderhoud; zie
Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz.
3.
Meet op ashoogte de afstand hart-op-hart van
het toespoor aan de voorzijde en de achterzijde
van de stuurwielen.
Opmerking:
van de achterwielen is correct als het verschil
tussen de meting van de voorwielen en de
meting van de achterwielen 6 mm of minder is
(Figuur
107).
g379040
1. Voorzijde van de
tractie-eenheid
2. 6 mm of minder dan bij de
achterkant van de band
4.
Als het verschil groter is dan 6 mm, moet u
het toespoor van de achterwielen afstellen; zie
Toespoor achterwielen afstellen (bladz.
Toespoor achterwielen
afstellen
1.
Draai de contramoeren aan de uiteinden van de
trommel van de tractiestang los
Opmerking:
met de groef op de buitenkant heeft een linkse
draad.
67
ren—Controleer het toespoor van
de achterwielen.
De afstelling van het toespoor
Figuur 107
3. Afstand hart-tot-hart
(Figuur
Het uiteinde van de trekstang
47).
g009169
67).
108).