Werking van het
diagnoselampje
De machine is uitgerust met een diagnoselampje dat
aangeeft dat het elektronische besturingssysteem een
elektrische storing registreert. Het diagnoselampje
bevindt zich op het InfoCenter, boven het display
(Figuur
56). Als de machine naar behoren werkt
en het contactsleuteltje naar de stand A
wordt gedraaid, zal het diagnoselampje kort branden
om te tonen dat het werkt. Als een machinestoring
Figuur 54
Tabel met toerentallen voor messenkooien van 127 mm
Figuur 55
Tabel met toerentallen voor messenkooien van 17,8 cm
/
AN
LOPEN
wordt weergegeven, gaat het lampje branden als
er een mededeling is. Als een foutmelding wordt
weergegeven, knippert het lampje tot de storing is
opgelost.
40
g031995
g031996