5.
Vul de tank met de gespecificeerde hydraulische
vloeistof; zie
Hydraulische vloeistof (bladz. 73)
en
Inhoud van hydraulisch systeem (bladz.
Belangrijk:
Gebruik uitsluitend de
gespecificeerde hydraulische vloeistoffen.
Andere vloeistoffen kunnen schade aan het
systeem veroorzaken.
6.
Plaats de tankdop terug.
7.
Start de motor en gebruik alle hydraulische
bedieningsorganen om de hydraulische vloeistof
door het hele systeem te verspreiden.
8.
Controleer op lekken van hydraulische vloeistof;
zie
Controleren op lekken (bladz.
9.
Controleer het peil; zie
hydraulische vloeistof controleren (bladz.
75).
75).
Het peil van de
74).
Onderhoud van
maai-eenheid
Veiligheid van de messen
Versleten of beschadigde messen of ondermessen
kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of
naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
•
Controleer op gezette tijden de maaimessen
en ondermessen op overmatige slijtage en
beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Draag handschoenen en wees voorzichtig als
u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de
messenkooien. De maaimessen en ondermessen
mogen alleen worden vervangen of gewet; probeer
ze nooit te rechten of eraan te lassen.
•
Let op bij machines met meerdere maai-eenheden:
als u één maai-eenheid draait, kunnen de
messenkooien in de andere maai-eenheden ook
in beweging komen.
Afstelling van contact
tussen ondermes en
messenkooi controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact
tussen het ondermes en de messenkooi controleren,
ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere
maaibeurt aanvaardbaar was. Er moet over de volle
lengte een licht contact tussen de messenkooi en
het ondermes zijn (zie Contact tussen ondermes en
messenkooi afstellen in de Gebruikershandleiding
van de maai-eenheid).
Maai-eenheden wetten
WAARSCHUWING
Contact met de maai-eenheden of andere
bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Houd uw vingers, handen en kleding uit
de buurt van de maai-eenheden en andere
bewegende onderdelen.
• Probeer de maai-eenheden nooit met uw
handen of voeten te draaien terwijl de
motor draait.
76