Traploos snelheid
4
verminderen
68
z
Schakelaar 3 in de richting
RES ingedrukt houden.
De snelheid wordt traploos ver-
laagd.
Schakelaar 3 loslaten.
De bereikte snelheid wordt
aangehouden en in het geheu-
gen opgeslagen.
Snelheidsregeling
uitschakelen
Remmen of koppeling of gas-
hendel (gas tot voorbij de rust-
stand terugnemen) bedienen.
De snelheidsregeling is uitge-
schakeld.
Controlelamp snelheidsregeling
dooft.
Controlelamp in de schakelaar
blijft branden.
Eerdere snelheid weer
aannemen
Schakelaar 3 in de richting
RES drukken.
Bij gas geven wordt de
snelheidsregeling niet uit-
geschakeld. Als de gashendel
wordt losgelaten loopt de snel-
heid slechts terug tot de opge-
slagen waarde, ook als eigen-
lijk een verdere verlaging van de
snelheid de bedoeling was.
Controlelamp voor snel-
heidsregeling brandt.
De opgeslagen snelheid wordt
weer aangenomen.
Snelheidsregeling
uitschakelen
Schakelaar 1 op OFF zetten.
Systeem uitgeschakeld.
Schakelaar 3 geblokkeerd.