Richtingaanwijzerschakelaars
links 1 en rechts 2 gelijktijdig
bedienen.
Waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie ingeschakeld.
Controlelampen richtingaanwij-
zers links en rechts knipperen.
Contact uitschakelen.
Waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie blijft ingeschakeld.
Controlelampen richtingaanwij-
zers links en rechts uit.
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie uitschake-
len
Toets richtingaanwijzers uit 3
bedienen.
Waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie uitgeschakeld
Noodstopschakelaar
1
Noodstopschakelaar
Bediening van de nood-
stopschakelaar tijdens het
rijden kan een blokkerend ach-
terwiel en daardoor een val tot
gevolg hebben.
De noodstopschakelaar nooit tij-
dens het rijden bedienen.
Met behulp van de noodstop-
schakelaar kan de motor op een-
voudige wijze snel worden afge-
zet.
4
61
z