De motor draait in de nood-
loopfunctie. Mogelijk is
slechts een verminderd motor-
vermogen beschikbaar, wat voor-
al bij inhaalmanoeuvres tot ge-
vaarlijke rijsituatie kan leiden.
De rijstijl aan het mogelijk
verminderde motorvermogen
aanpassen.
De motorregeleenheid heeft een
storing geregistreerd. In uitzon-
deringsgevallen slaat de motor
af en kan niet meer worden ge-
start. Anders draait de motor in
de noodloopfunctie.
Verder rijden mogelijk, het mo-
torvermogen staat echter niet
zoals gewend ter beschikking.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
Motoroliedruk te laag
Algemene waarschuwings-
lamp knippert rood.
Oliekansymbool wordt
weergegeven.
De druk in het smeeroliecircuit is
te laag. Direct stoppen en motor
uitzetten.
De waarschuwing onvol-
doende motoroliedruk heeft
niet de functie van een oliepeil-
controle. Het correcte motorolie-
peil kan alleen via het oliepeilglas
worden gecontroleerd.
Een oorzaak voor de waarschu-
wing "Onvoldoende motorolie-
druk" kan een te laag motorolie-
peil zijn.
Motoroliepeil controleren
(
109)
Bij een te laag oliepeil:
Motorolie bijvullen (
Bij correct motoroliepeil:
Rijden met onvoldoende
motoroliedruk kan tot mo-
torschade leiden.
Niet verder rijden.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
Acculaadstroom onvoldoende
Algemene waarschuwings-
lamp brandt rood.
Accusymbool wordt weer-
gegeven.
Een ontladen accu kan het
onverwacht afslaan van de
motor en daarmee gevaarlijke
rijsituaties tot gevolg hebben.
Storingen zo snel mogelijk laten
verhelpen.
111)
Als de accu niet meer
wordt opgeladen, kan
doorrijden tot het volledig ontla-
3
29
z