II
44
Bij aanzetten van het contact
verschijnen op het display de
volgende signaleringen:
- de onderhoudsintervalindicator,
de olieniveaumeter en de dagki-
lometerteller,
- vervolgens worden alleen de
dag- en de totaalkilometerteller
weergegeven.
I N S T R U M E N T E N P A N E E L
Indicator motorolieniveau
Wanneer het contact wordt aanzet, wordt de onderhoudsintervalindicator
enkele seconden verlicht. Vervolgens wordt gedurende enkele seconden
het motorolieniveau aangegeven. (Zie «Onderhoudsintervalindicator»).
Deze weergave op het display duidt op een
normale werking.
Wanneer de signalering «OIL» knipperend wordt
weergegeven, duidt dat op een olieniveau onder
het minimum.
Controleer met de peilstok. Zie «Niveaus».
Controleer het olieniveau op een horizontale en
vlakke ondergrond, nadat de motor minimaal
15 minuten tevoren is afgezet.
Raadpleeg een CITROËN erkend bedrijf.
Het knipperen van de signalering «OIL--» duidt
op een storing in de werking van de indicator.
Raadpleeg een CITROËN erkend bedrijf.
II