Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

II
D
B
C
N.b.:
Het
gelijktijdig
van
overige
hoogfrequente
apparatuur in de directe omgeving
van de auto (bijvoorbeeld mobiele
telefoons of huisalarm) kan de
werking van de afstandsbediening
tijdelijk verstoren.
Wanneer
de
werking

afstandsbediening

verstoord is, dient u deze te
reïnitialiseren.
(zie
bladzijde).
A F S T A N D S B E D I E N I N G
Centrale ontgrendeling
Met een korte druk op de bediening B kunt u de auto ontgrendelen.
A
Deze handeling veroorzaakt het snel knipperen van de richtingaanwijzers
en het branden van de plafondverlichting (tenzij deze is uitgeschakeld).
Tevens kan door deze handeling het uitklappen van de buitenspiegels
worden veroorzaakt.
Centrale vergrendeling - Sluiten van de ramen - Supervergrendeling
- Wanneer u kort op de knop A drukt, wordt uw auto vergrendeld.
gebruik
- Wanneer u de toets A even ingedrukt houdt, wordt uw auto vergrendeld
en sluiten bovendien de ramen.
Tijdens
richtingaanwijzers en gaat de plafondverlichting uit. Tevens klappen
automatisch de buitenspiegels in.
Wanneer een van de portieren of de achterklep open staat of niet goed
dicht zit, vindt de centrale vergrendeling niet plaats.
van
de
Bij auto's met supervergrendeling dient u twee keer achter elkaar op
permanent
de knop A te drukken, om de supervergrendeling te activeren. Vanaf
dat moment is het openen van de portieren zowel van binnenuit als van
volgende
buitenaf niet meer mogelijk.
Het is gevaarlijk de supervergrendeling in te schakelen wanneer
er iemand in de auto zit, omdat ontgrendelen vanuit het interieur
(zonder afstandsbediening) dan niet meer mogelijk is.
Tijdens het sluiten van de ruiten met de afstandsbediening
dient de bestuurder erop te letten dat hij daarbij door niemand
deze
handeling
branden
gehinderd wordt.
ongeveer
twee
seconden
35
II
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave