A U T O M A T I S C H G E R E G E L D E A I R C O N D I -
I
30
T I O N I N G M E T I N D I V I D U E L E B E D I E N I N G
Bedieningspaneel
1
2
3
4
5
1 - Display
2 - Instellen van de temperatuur (Links - Rechts)
3 - Airconditioning
4 - Automatische airconditioning
5 - Ontwaseming - Ontdooiing voorruit en
voorportierruiten
6 - Instellen van de luchtverdeling
7 - Recirculatie van de interieurlucht
8 - Ontwasemen/ontdooien van de achterruit en van
de buitenspiegels.
9 - Snelheid van de luchtstroom
78
6
7
8
9
De temperatuur in het interieur kan nooit lager zijn dan
de buitentemperatuur als de airconditioning niet aan
staat.
Wanneer permanent de automatische stand wordt
gebruikt (door te drukken op AUTO) zorgt de
airconditioning voor een zo aangenaam mogelijke
2
klimaatregeling, ongeacht de weersgesteldheid.
Let
op:
in
de
automatische
airconditioning er alleen voor dat in het interieur
9
de
gewenste
temperatuur
luchtvochtigheid wordt beperkt.
1 - Display
9
5
2
stand
zorgt
wordt
bereikt
en
3
7
4
6
de
de
8
2