Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Biddle CA2 Handleiding pagina 65

Verberg thumbnails Zie ook voor CA2:
Inhoudsopgave

Advertenties

CA2 H
ANDLEIDING
C
W
ODE
AARSCHIJNLIJKE OORZAAK
E5
Bij modellen met elektrische verwarming:
De verwarming blijft werken, doordat een relais
niet goed werkt.
Dit kan een ernstig defect zijn, dat gevaar
kan opleveren voor personen.
E6
Bij modellen met waterverwarming:
Er is vorstgevaar door een te lage uitblaastempe-
ratuur. De vorstbeveiliging is in werking.
Door bevriezing kan schade aan de warm-
tewisselaar ontstaan.
E7
Geen luchtstroom.
De elektrische verwarming van het toestel
wordt uitgeschakeld.
F1
Er is een storing in de luchtklep.
Handleiding versie 7.0 (22-04-2013)
W
AT TE DOEN
1. Wis de storingsmelding.
2. Schakel de netvoeding op het toestel uit en
in.
3. Laat het luchtgordijn enige tijd werken met
de verwarming uitgeschakeld en controleer of
de uitgeblazen lucht koud blijft.
Er is sprake van een gevaarlijk defect indien:
• er toch verwarming optreedt;
• deze storingsmelding na een half uur terug-
komt;
• deze storing zich herhaaldelijk voordoet.
Doe in dat geval het volgende:
• schakel het toestel direct spanningsloos;
• neem contact op met Biddle.
1. Zorg ervoor dat de temperatuur in de ruimte
hoger wordt dan 8 ºC.
2. Volg de instructies bij storingscode F3
U kunt deze storing voorkomen, door bij vorst-
gevaar de CV-installatie door het toestel in te
laten schakelen (Functie
61a/b. Functie van uit-
gang 1/2
op
Verwarming
aan).
1. Wis de storingsmelding
2. Controleer de ventilatoren. Als één of meer-
dere ventilatoren niet werken, controleer
dan:
• de bedrading op de ventilator;
• de aansluitingen op de besturingsprint
(connectors X130, X120 en X110);
• de zekering van de transformator;
• de transformator zelf.
Als deze goed zijn: vervang de ventilator.
1. Wis de storingsmelding
2. Wijzig de verwarmingsstand met het bedie-
ningspaneel en controleer of de luchtklep
beweegt.
3. Verwijder eventuele obstakels uit het bereik
van de luchtklep.
4. Controleer of het toestel niet in de voeding
geschakeld wordt (als het toestel wel in de
voeding geschakeld wordt kan dit schade toe-
brengen aan de klepaandrijving).
5. Controleer bedrading en connectors X140
en X210.
6. Vervang de klepaandrijving.
S
TORINGEN
nl
nl-65

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave