CA2 H
ANDLEIDING
5.4
Storingen met melding verhelpen
C
W
ODE
AARSCHIJNLIJKE OORZAAK
E1
Het bedieningspaneel heeft geen communicatie
met één of meerdere aangesloten toestellen.
Deze storing kan optreden:
• als een aangesloten toestel is verwijderd of
vervangen,
• door een korte storing in de voeding van een
aangesloten toestel,
• door onjuiste bekabeling,
• door een defect.
Handleiding versie 7.0 (22-04-2013)
5.3.2 Storingen wissen
De meeste storingsmeldingen verdwijnen vanzelf zodra het
probleem is opgelost. Bepaalde storingen moeten echter
verholpen worden door de storingsmelding te wissen via
menu > Onderhoud > Huidige
5.3.3 Bedieningspaneel herconfigureren
Sommige storingen kunnen worden verholpen door het
bedieningspaneel te herconfigureren via
menu > Onderhoud > Reset bedieningspaneel
Alle instellingen blijven hierbij behouden.
Probeer storingen die gepaard gaan met een storingsmelding te ver-
helpen aan de hand van de storingstabel. Hiervoor is technische
deskundigheid noodzakelijk.
W
AT TE DOEN
1. Reset het bedieningspaneel.
2. Controleer of alle aangesloten toestellen zijn
voorzien van netvoeding.
3. Controleer of de afsluitplug op de connector-
plaat van het laatste aangesloten toestel aan-
wezig is.
4. Controleer de besturingskabels:
• zijn ze juist aangesloten en breukvrij?
• zijn ze gestrekt gelegd of bifilair opgerold?
• zijn ze afgeschermd van magnetische velden?
5. Controleer zekering F2 op de bestu-
ringsprint in alle aangesloten toestellen.
6. Controleer de bedrading tussen de connec-
torplaat en connectors X380 en X390 op de
besturingsprint.
S
TORINGEN
fouten.
nl-63
nl