B
EDIENING
3.2
In- en uitschakelen
nl
3.3
Het Home-scherm
3.4
De CHIPS-regeling
nl-42
3.1.4
Helpfunctie
U kunt op elk moment extra informatie opvragen over het
punt in de bediening waar u bent door Help aan te raken.
3.2.1
Het luchtgordijn in- en uitschakelen
U kunt het luchtgordijn handmatig in- en uitschakelen.
Onafhankelijk hiervan kan het toestel door externe regelingen
gestuurd worden (zie de functie
en
60. Functie van
ingang).
•
Raak
aan/uit
aan om het luchtgordijn in- of uit te schakelen.
Als het toestel ingeschakeld is, zal het scherm na enige tijd
donkerder worden om energie te besparen. Bij aanraken van
het scherm licht het scherm weer op. Dit kan niet
uitgeschakeld worden.
Als het toestel uitgeschakeld is, wordt het scherm na enige tijd
zwart. Raak het scherm aan om het te activeren.
Op het Home-scherm kunnen de stand van het luchtgordijn en
de ruimtetemperatuur geregeld worden.
•
Raak de gedeeltes van het luchtgordijn-pictogram aan om
handmatig of automatisch te selecteren en de sterkte van
het luchtgordijn of de ruimtetemperatuur aan te passen.
•
Raak de gestileerde luchtstroom aan om beknopte infor-
matie over de werking van het toestel te krijgen.
•
Raak
menu
aan om het Hoofdmenu te openen.
Het luchtgordijn werkt standaard met de volledig
automatische regeling. Afhankelijk van de gemaakte instellingen
kan het luchtgordijn ook handmatig geregeld worden. In de
automatische stand werkt het toestel volgens de CHIPS-
regeling. Deze regeling past de sterkte en warmte van het
C
-
OMFORT
LUCHTGORDIJN
53. Ingang bedieningspaneel