Voorstoelen
Lendensteun* wijzigen, aan de knop
draaien.
Vooruit/achteruit, de hendel omhoogtillen
om de juiste afstand tot het stuurwiel en
de pedalen in te stellen. Controleer of de
stoel na het afstellen in de nieuwe stand
geblokkeerd staat.
Voorkant zitting hoger/lager* zetten,
omhoog-/omlaagpompen.
Hellingshoek rugleuning wijzigen, aan de
knop draaien.
Stoel* hoger/lager zetten, omhoog-/
omlaagpompen.
Bedieningspaneel voor elektrisch bedien-
bare stoel*.
Geldt ook voor een elektrisch bedienbare stoel.
1
WAARSCHUWING
De stand van de bestuurdersstoel instellen
voordat u gaat rijden en nooit tijdens het
rijden. Controleer of de stoel vergrendeld
staat om letsel te voorkomen bij hard
afremmen of een aanrijding.
Hoofdsteun op voorstoelen afstellen
1
De hoogte van de hoofdsteun op de voorstoelen
kan worden afgesteld.
Stem de hoofdsteun af op de lengte van de
persoon, zodat deze zo mogelijk het hele
achterhoofd bedekt.
Om de hoogte af te stellen, moet u de knop
(zie afbeelding) indrukken terwijl u de hoofd-
steun omhoog of omlaag afstelt.
03 Bedieningsinstructies bestuurder
De hoofdsteun kan in drie verschillende stan-
den worden afgesteld.
Rugleuning voorstoel omklappen*
De rugleuning van de passagiersstoel kan
worden omgeklapt om ruimte te maken voor
lange lading.
Zet de stoel zo ver mogelijk naar achteren
en omlaag.
Zet de rugleuning rechtop.
Trek de pallen aan de achterzijde van de
rugleuning omhoog tijdens het omklap-
pen.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Stoelen en achterbank
03
83