WAARSCHUWING
De cruisecontrol waarschuwt alleen voor
voertuigen die de radarsensor heeft gede-
tecteerd. Daarom kan de waarschuwing
uitblijven of met een bepaalde vertraging
plaatsvinden. Wacht een waarschuwing
niet af, maar rem als dat nodig is.
Steile wegen en/of zware belading
Let erop dat de adaptieve cruisecontrol in
eerste instantie bestemd is voor gebruik tij-
dens ritten op vlakke weggedeelten. De
cruisecontrol heeft mogelijk moeite om de
juiste volgafstand ten opzichte van voorlig-
gers aan te houden bij ritten op steile hellin-
gen omlaag, bij vervoer van zware lading of
met een aanhanger/caravan achter de auto –
blijf dan extra alert en rem zo nodig zelf.
Bediening
De toetsenset op het stuurwiel verschilt,
afhankelijk van of de auto wel of niet is uitge-
rust met een Snelheidsbegrenzer
Een Volvo-dealer kan u informeren over wat er op uw markt geldt.
3
MET Snelheidsbegrenzer
Cruisecontrol – Aan/Uit.
De stand-bystand wordt beëindigd en de
ingestelde snelheid wordt hervat.
Stand-by zetten
Volgtijd – Verlengen/verkorten.
Activeren en snelheid aanpassen.
Groene markering bij opgeslagen snel-
3
.
heid (WIT = stand-by).
Volgtijd
ACC is actief bij GROEN symbool (WIT =
stand-by).
04 Bestuurdersondersteuning
Adaptieve cruisecontrol*
ZONDER Snelheidsbegrenzer
De stand-bystand wordt beëindigd en de
ingestelde snelheid wordt hervat.
Cruisecontrol – Aan/Uit of stand-bystand.
Volgtijd – Verlengen/verkorten.
Activeren en snelheid aanpassen.
(Wordt niet gebruikt)
Groene markering bij opgeslagen snel-
heid (WIT = stand-by).
Volgtijd
ACC is actief bij GROEN symbool (WIT =
stand-by).
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
04
157