03 Bedieningsinstructies bestuurder
Kompas*
Bediening
03
Achteruitkijkspiegel met kompas.
In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk-
spiegel zit een display waarop wordt aange-
geven in welke richting de voorkant van de
auto wijst. Er worden acht verschillende rich-
tingen met Engelse afkortingen weergegeven:
N
NE
(noord),
(noordoost),
S
SW
oost),
(zuid),
(zuidwest),
NW
(noordwest).
Het kompas wordt automatisch geactiveerd
wanneer u de motor start of wanneer sleutel-
stand II actief is, zie pagina 81. Om het kom-
pas handmatig uit of in te schakelen kunt u
een paperclip of iets dergelijks nemen en het
knopje aan de achterzijde van de achteruit-
kijkspiegel indrukken.
*
110
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Het kompas wordt gedeactiveerd als de elek-
trische voorruitverwarming wordt geactiveerd.
Als de elektrische voorruitverwarming wordt
gedeactiveerd, schakelt het kompas weer in.
Kalibreren
De aarde is in 15 magnetische zones ver-
deeld. Het kompas is ingesteld op het geo-
grafische gebied waarin de auto werd afgele-
verd. Het kompas dient te worden gekali-
breerd, als u met de auto meerdere magneti-
sche zones doorkruist. Ga als volgt te werk:
1. Breng de auto tot stilstand op een groot
en open terrein waar geen stalen con-
structies of hoogspanningsdraden zijn.
2. Start de motor.
N.B.
Voor de beste kalibratie moet u alle elektri-
E
SE
(oost),
(zuid-
sche uitrusting (klimaatinstallatie, ruiten-
W
(west) en
wissers enz.) uitschakelen en erop letten
dat alle portieren gesloten zijn.
3. Houd het knopje aan de achterzijde van
de achteruitkijkspiegel ca. 3 seconden
lang ingedrukt. Het cijfer van de huidige
magnetische zone verschijnt.
Magnetische zones.
4. Druk meerdere malen op het knopje tot-
dat het nummer van de gewenste magne-
1–15
tische zone (
) verschijnt (zie de kaart
met de magnetische zones van het kom-
pas).
C
5. Wacht totdat het teken
weer op het
display verschijnt of houd het knopje aan
de onderzijde van de achteruitkijkspiegel
ca. 6 seconden lang ingedrukt (met een
rechtgebogen paperclip bijvoorbeeld),
C
totdat het teken
verschijnt.
6. Rijd langzaam een rondje in de auto met
een snelheid van hoogstens 10 km/h, tot-
dat een kompasrichting op het display
verschijnt. Dit geeft aan dat de kalibratie
afgerond is. Rijd daarna nog 2 rondjes om
de kalibratie fijn af te stellen.