korte druk op FAV de opgeslagen
functie te activeren.
Algemene audio-instellingen
Druk op SOUND om het menu met audio-
Bass
Treble
instellingen (
,
, etc.) te openen.
Ga verder met SOUND of OK/MENU naar
het alternatief van uw keuze (bijv.
Pas de instelling aan door te draaien aan
TUNE en sla de instelling op met OK/MENU.
Druk opnieuw meerdere malen op SOUND of
OK/MENU om de overige alternatieven te
bereiken:
•
Surround
1
– Is Aan/Uit te zetten. Wan-
neer u voor Aan hebt gekozen, hanteert
het systeem de instelling voor optimale
geluidsweergave. Normaal is dat DPLII en
in dat geval verschijnt
scherm. Als de opname werd gemaakt
met Dolby Digital-techniek, vindt de
weergave plaats met deze instelling en
verschijnt
op het beeldscherm.
Wanneer u voor Uit hebt gekozen, is de
driekanaals stereoweergave actief.
•
Bass
– Niveau van de lage tonen.
•
Treble
- Niveau van de hoge tonen.
1
Alleen Premium Sound Multimedia.
2
Alleen wanneer Surround-functie geactiveerd is.
Geldt niet voor Performance.
3
•
Fader
– Balans tussen luidsprekers voor
en achter.
•
Balans
– Balans tussen luidsprekers links
en rechts.
•
Subwoofer
nenluidspreker.
•
DPL II-middenlevel
Treble
).
middenlevel
spreker.
•
DPL II-surroundlevel
de zogeheten Ambient Surround Sound.
Geavanceerde audio-instellingen
Equalizer
3
Er zijn aparte geluidsniveaus voor de verschil-
lende frequentiebanden in te stellen.
1. Druk op OK/MENU om
op het beeld-
instellingen
Equalizer
2. Kies een frequentieband door te draaien
aan TUNE en bevestig uw keuze met OK/
MENU.
3. Pas de audio-instelling aan door te
draaien aan TUNE en bevestig uw keuze
Algemene informatie over infotainment
*
1
– Niveau voor de lageto-
3-kanaals
/
1
– Volume voor middenluid-
1, 2
– Niveau voor
Audio-
te openen en kies voor
.
06 Infotainment
met OK/MENU. Doe hetzelfde voor de
andere frequentiebanden die u wenst aan
te passen.
4. Druk, wanneer u klaar bent met de audio-
instelling, op EXIT om te bevestigen en
terug te gaan naar de normaalweergave.
Voor algemene informatie over menufuncties
en menusystemen, zie pagina 263 en het
menu-overzicht, zie pagina 266.
1
Geluidspodium
De geluidsweergave is dusdanig in te stellen
dat deze optimaal is voor de bestuurder, voor
de inzittenden voorin of voor de achterpassa-
giers. Als er zowel voor- als achterin passa-
giers zitten wordt de optie beide voorstoelen
geadviseerd. De opties zijn te kiezen onder
Audio-instellingen
Klankpodium.
Voor algemene informatie over menufuncties
en menusystemen, zie pagina 263 en het
menu-overzicht, zie pagina 266.
Geluidssterkte en automatische
volumeregeling
Het audiosysteem zorgt voor compensatie
van hinderlijke rijgeluiden in de passagiers-
ruimte door het volume aan te passen ten
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
06
}}
265