03 Bedieningsinstructies bestuurder
Vierwielaandrijving – AWD*
De vierwielaandrijving is altijd
ingeschakeld
03
1
Principeschets AWD
.
Bij vierwielaandrijving (AWD – All Wheel Drive)
wordt de auto aangedreven door alle vier de
wielen.
Het motorkoppel wordt automatisch over de
voor- en achterwielen verdeeld. Een elektro-
nisch gestuurd koppelingssysteem verdeelt
het vermogen over het wielpaar dat op dat
moment de beste grip op het wegdek heeft.
Dit om optimale wegligging te verkrijgen en
wielspin te voorkomen. Bij normaal rijden
worden de voorwielen naar verhouding iets
sterker aangedreven dan de achterwielen.
Vierwielaandrijving verhoogt de rijveiligheid
tijdens regen- en sneeuwval en bij ijzel.
De afbeelding is schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk.
1
*
133
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.